2013
Feed - Succesvolle zorgmijders
Ik ben onderzoeker op het gebied van het vroegtijdig opsporen en behandelen van psychoses en heb persoonlijk ervaring met psychoseachtige psychische problemen. Tien jaar geleden werd ik beschouwd als iemand die het risico liep psychoses te ontwikkelen en kreeg ik cognitieve gedragstherapie als onderdeel van een psychologisch onderzoeksexperiment in Groot-Brittannië (Morrison et al., 2004). Hieronder beschrijf ik enkele van de factoren die naar mijn idee de belangrijkste oorzaak zijn geweest van mijn psychische problemen en ook factoren die bijdroegen tot mijn herstel. De onderstaande vier paragrafen zijn korte samenvattingen van: negatieve levenservaringen; overweldigd raken door psychische problemen; mijn ervaringen met professionele hulpverlening en herstel; en suggesties voor verbeteringen op het gebied van het begrijpen en behandelen van ongewone psychische ervaringen of psychoses.
Illness Management and Recovery (IMR) is een methodiek die mensen met langdurige psychiatrische symptomen ondersteunt om persoonlijke strategieën te ontwikkelen waarmee zij hun psychiatrische klachten kunnen beheersen en hun dagelijks leven oppakken. Het IMR programma is in 2003 ontwikkeld door Kim Mueser en Susan Gingerich binnen het Amerikaanse National Implementing Evidence Based Practices Project (Drake e.a., 2001). Binnen hetzelfde project werden ook de methoden Assertive Community Treatment (ACT), Individual Placement and Support (IPS), Individual Dual Diagnosis Treatment (IDDT) en Family Psycho Education (FPE) ontwikkeld. Meer informatie over het IMR programma, de effectiviteit en implementatie is beschreven in het Jaarboek Psychiatrische rehabilitatie (Goossens, de Vries & Brugman, 2013).
inhoud
2 REDACTIONEEL | Rozemarijn Esselink
5 Philippe Delespaul, hoogleraar zorginnovatie: 'Mijn affiniteit ligt onmiskenbaar bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen' | Dorothé van Slooten en Sonja van Rooijen
13 BILD | John Tursi
14 Eerste ervaringen met een herstelondersteunend begeleidingsplan | Cris Bergmans en Jacqueline Thüss
24 REACTIES Reactie op Bergmans & Thüss 'Eerste ervaringen met een herstelondersteunend begeleidingsplan' | Jenny Boumans
28 Kennen en gekend worden. Wijkgebonden en wijkgericht werken bij Petazzie | Gerda Scholtens
36 DRÖES | Passanten
37 Wonen: een benadering vanuit de begrippen tijd en ruimte. Thuiszorg bij psychisch kwetsbare mensen | Peter Dierinck
46 HERSTEL Met het risico psychoses te ontwikkelen. Een persoonlijk verslag | Rory Byrne
FEED
55 Jenny Boumans en Ingrid Baart (2013). Het gewone en het bijzondere. Een onderzoek naar ervaringskennis van succesvolle zorgmijders | Jan Dimmers
60 Mierlo, T. van, F. Bovenberg, Y. Voskes en N. Mulder (2013). Werkboek HIC. High en intensive care in de psychiatrie | Jos Dröes
63 Illness Management and Recovery in de VS. Op werkbezoek in het land van oorsprong | Marijke Brugman, Lode Resing en Peter Goossens
72 UIT HET BUITENLAND. KENNISCENTRUM PHRENOS SIGNALEERT | Toine Ketelaars
79 REHAB
In juni 2011 opende Petazzie zijn deuren aan het Laurierplein in Stratum, een wijk in Eindhoven. Petazzie, Brabants voor hutspot, is een voorziening in de wijk met een dubbele functie: het is de werkplek voor medewerkers van diverse zorgorganisaties én het is een ontmoetingsplek voor wijkbewoners. In Petazzie komen verschillende ontwikkelingen op lokaal en landelijk niveau samen: de doorontwikkeling van het Maatschappelijk Steun Systeem (MSS), Buurtzorg Nederland, wijkgericht werken en decentralisatie van AWBZ zorg naar de WMO.
Petazzie is ontstaan uit een optelsom van initiatieven1. Sinds 2007 bestond er een mini-Petazzie in Stratum. Een voormalig winkelpand aan de Thymstraat was de werkplek van de medewerkers van het Maatschappelijk Steunsysteem (MSS) en Conquest2. Wijkagenten en andere professionals liepen in en uit. Wijkbewoners en cliënten van het MSS kwamen regelmatig langs voor koffie en een goed gesprek. En op initiatief van de medewerkers van het MSS kwam er iedere maandagmiddag een groep wijkbewoners bij elkaar. Ze deelden hun zorgen maar ook de gezelligheid en zijn elkaar tot steun geweest. Vanuit de Thymstraat zijn in samenwerking met de WMO werkplaats van de Fontys Hogeschool ook regelmatig bijeenkomsten georganiseerd om met bewonersorganisaties, ervaringswerkers en kwetsbare wijkbewoners te praten over kwetsbaarheid en kracht in de wijk.
Signaleringen van Engelstalige tijdschriftartikelen onder redactie van Jaap van Weeghel (selectie) en Toine Ketelaars (samenvattingen). Zie ook kcphrenos.nl/signalementen.
Kort voor de inauguratie van Philippe Delespaul als bijzonder hoogleraar Zorginnovaties in de GGZ aan de Universiteit Maastricht, faculteit Health, Medicine and Life Sciences, spreken Sonja van Rooijen en Dorothé van Slooten hem over zijn drijfveren, maar vooral over zijn visie op de GGZ en zijn ideeën op het gebied van zorginnovatie. Een bijzonder gesprek met een bijzonder hoogleraar.
Met grote belangstelling las ik de bijdrage van Cris Bergmans en Jacqueline Thüss in dit tijdschrift over het werken met herstelondersteunende begeleidingsplannen binnen de SBWU. De auteurs presenteren een bescheiden ingestoken 'tussenstand', gebaseerd op een drieledige evaluatie die is uitgevoerd onder medewerkers en cliënten. Het artikel legt nadruk op het geven van een cleane weergave van de resultaten op de verschillende evaluaties. Toch ligt de waarde van het artikel naar mijn idee niet in de eerste plaats in de resultaten zelf maar in het feit dat het (deels impliciet) een aantal vingers op zere plekken legt, alsook belangrijke vragen oproept. Het kan gesteld worden dat de resultaten de nodige ambivalenties behelzen en ik denk het heel interessant kan zijn om die te benoemen en te onderzoeken. De resultaten kunnen op die manier een bijdrage leveren aan de kritische reflectie op de mogelijkheden voor herstelgericht werken en als input worden beschouwd voor de bredere discussie over herstel en empowerment. In deze reactie doe ik een kleine aanzet. Ik wil daarbij één spanningsveld uitlichten dat mijns inziens vooral van belang is in relatie tot de gepresenteerde resultaten.
Op dit moment staan we in Nederland op het punt dat de ggz voor de komende twintig jaar structureel verandert. We moeten met minder geld betere zorg gaan leveren. Hoogleraar Zorginnovatie Philippe Delespaul licht in een interview met Dorothe' van Slooten en Sonja van Rooijen zijn visie op de toekomst van de ggz toe. Wat is vanuit de epidemiologie bezien nodig aan innovatie op het gebied van zorg en zorgorganisatie? Hoe kan de hulpverlening beter aansluiten bij de behoeften van cliënten, en hoe kunnen cliënten meer betrokken raken bij hun hulpverleningsproces? Er is te veel af hankelijkheid van de hulpverlening, ook bij FACT, en er zijn te veel mensen op verblijfsafdelingen opgenomen. De enige oplossing hiervoor is ambulantisering en netwerksamenwerking in de wijken, want 'de hele context van een kliniek is ongezond, en het geboden perspectief is niet gericht op hoe je je leven inhoud geeft. Het is niet voor niets dat de cliëntenbeweging zegt: herstellen doe je zelf, los van de hulpverlening.'
Bij de start van het werk aan huis bij cliënten met een psychische kwetsbaarheid hebben we in Vlaanderen heel wat geleerd van het Nederlandse model. Op technisch vlak ontdekken we veel werkbare methodes (Wilken en den Hollander, 2012; Van Veldhuizen, Bahler, Polhuis & Van Os, 2008). Toch ontbreekt een kijk op de essentie van ons werk. In dit artikel poog ik rond wonen een schets te geven vanuit de begrippen tijd en ruimte en de relatie met zorg aan huis. Waarom is het nodig bij iemand aan huis te gaan? Wat betekent dit aan huis gaan voor deze cliënten? Deze vragen kunnen niet worden losgemaakt van een aantal andere vragen, zoals de vraag naar wat 'wonen' dan wel mag inhouden. Wat maakt van een huis een thuis? Ik ga via een fenomenologische weg op zoek naar mogelijke antwoorden.