Het laatste decennium is het aantal daklozen in Nederland ruim verdubbeld. Naast persoonlijk leed brengt dat ook grote maatschappelijke gevolgen met zich mee. Dit wordt in de huidige coronacrisis eens te meer duidelijk. Wie geen huis heeft wordt eerder ziek, en vormt daarmee ook een risico voor anderen. Met dit advies presenteert de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) vanuit het recht op huisvesting een structureel andere aanpak van dakloosheid. Een plek om te wonen staat aan de basis van elk passend hulpverleningstraject, oftewel: herstel begint bij een huis.
In dit advies onderscheidt de RVS verschillende routes waarlangs mensen dakloos kunnen raken. Ook concludeert de RVS dat de groep daklozen steeds meer divers is; jongeren, zzp’ers, net gescheiden mensen en gezinnen met kinderen kunnen ieder tot deze groep behoren. Ongeacht leeftijd of afkomst hebben alle daklozen te maken met een lange periode van bestaansonzekerheid. Hierdoor kunnen zij in processen van sociale uitsluiting terecht komen, waarvan dakloosheid een extreme vorm is. Huidige regels en procedures die bedoeld zijn om individuen én de samenleving als geheel hiertegen te beschermen, veroorzaken regelmatig het omgekeerde: ze duwen mensen in een kwetsbare positie verder naar de rand van de samenleving. Zo pleit de RVS onder meer voor het afschaffen van het zelfredzaamheidscriterium: iemand die dakloos is, is per definitie niet meer zelfredzaam. Dreigende dakloosheid dient dan ook primair gezien te worden als een hulpvraag.
De RVS pleit voor een herwaardering van het recht op huisvesting. Het hebben of behouden van een eigen plek om te wonen zou bij iedere hulpvraag omtrent (dreigende) dakloosheid de norm moeten zijn. Niet omdat daarmee alle problemen meteen opgelost zijn, maar wel omdat ‘een plek om te wonen’ een duidelijk startpunt voor verdere ondersteuning, begeleiding en/of zorg biedt. Het geeft de mogelijkheid om gezonde sociale relaties aan te gaan, zich te ontwikkelen of aan herstel te werken. Zo kan het recht op huisvesting worden gezien als een tegenkracht voor processen van sociale uitsluiting.
Een beroep doen op het recht op huisvesting betekent niet hetzelfde als bij de overheid aankloppen om een woning op te eisen. Als basis voor herstel biedt een recht op huisvesting aanknopingspunten om anders na te denken over de vormgeving van en toegang tot de onderste trede van de woningmarkt, om eigen woonoplossingen te stimuleren en te waarderen en om dakloosheid primair te zien als hulpvraag. Het doel is een verschuiving van de focus op het oplossen van dakloosheid naar het voorkomen ervan.
Bron RVS: www.raadrvs.nl