De Maatschappelijke Opvang (MO) heeft jarenlang gefunctioneerd als afvoerputje van de zorg en had ten opzichte van andere zorgsectoren een tweederangs positie. Vijftien jaar geleden ging het om enkele honderden aparte kleinschalige opvangvoorzieningen die niet veel meer aanboden dan Bed-, Bad- en Brood. Er werden geen indicaties gesteld en er was weinig regelgeving. De MO werd vooral gefinancierd door gemeentes, in het kader van een landelijke subsidieregeling voor de opvang van dak- en thuislozen voor de zogenaamde centrumgemeentes. Het was een rustige onopvallende sector in de zorg, met een meer ideële dan professionele instelling van de medewerkers, maar met een grote betrokkenheid van de medewerkers met de doelgroep. Toch leidde deze betrokkenheid binnen de instellingen niet tot een echte dialoog met de klanten, of tot participatie en medezeggenschap binnen de voorzieningen. Met oprichting van de Landelijke Vereniging van Thuislozen (LVT), ontstond pas in het midden van de jaren tachtig de eerste cliëntenorganisatie in de maatschappelijke opvang.
Nieuwsbrief GGZ Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van GGZ Digitaal en blijf op de hoogte!