Gevoelens worden niet veroorzaakt door bepaalde gebeurtenissen, maar veeleer door de gedachten of opvattingen van de betrokkene. Dit inzicht is het centrale uitgangspunt van de Rationeel Emotieve Therapie (RET). Gedachten laten zich onderscheiden in rationele en irrationele gedachten. Rationele gedachten zijn gebaseerd op de objectieve werkelijkheid en irrationele gedachten vertegenwoordigen disfunctionele, niet reële interpretaties van die werkelijkheid. Het denken van jongeren in de (semi)residentiële jeugdhulpverlening kenmerkt zich vaak door irrationele gedachten. Dit leidt ertoe dat zij zich in hun handelen laten blokkeren, gewenste doelen niet weten te bereiken en zichzelf continu in problemen brengen, omdat zij niet op een adequate manier weten om te gaan met een situatie.
In dit boek wordt de bruikbaarheid van de RET voor toepassing in de jeugdhulpverlening onderzocht. Het onderzoek is verricht vanuit de afdeling Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met de afdeling Helperborg van de Stichting Jeugdzorg Groningen. Deze stichting biedt behandeling aan jongens en meisjes met ernstige gedragsproblemen in de leeftijd van 13 tot 18 jaar. Als aanvulling op het competentieversterkende behandelaanbod is gezocht naar een middel, waarmee specifiek aandacht kan worden besteed aan de cognities en emoties van jongeren.
In dit kader is het Trainingsprogramma voor Emotionele en Cognitieve Vaardigheden (TECV) ontwikkeld, dat is gebaseerd op de principes en uitgangspunten van de RET. Dit programma, dat centraal staat in dit boek, bestaat uit een serie van 10 lessen, waarin jongeren groepsgewijs worden getraind in het herkennen van hun eigen irrationele gedachten en het wijzigen daarvan. Hierdoor ontstaat een meer reële kijk op de werkelijkheid, wat weer een positieve uitwerking heeft op het gedrag.