Nog eens, dat ik het huis voorgoed kan dromen
zoals het schuilt bij de kastanjebomen;
vlieren en wilgen om een tuin van gras.
De vaart brandt in het laatste licht als glas.
Roeiboten met de riemen in hun schoot.
Je zegt: “M’n dochters worden veel te groot,
en Schaduw viel de schapen aan, is dood.”
De eeuwigheid begint vlak naast het pad
dat hier doodloopt, zich omdraait naar de stad.
DROES
Nieuwsbrief GGZ Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van GGZ Digitaal en blijf op de hoogte!