Uit onderzoek blijkt dat jeugdigen en (jong)volwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) een grotere kans hebben op het ontwikkelen van emotionele problemen en gedragsproblemen dan leeftijdsgenoten zonder een LVB. Om deze problemen te verminderen, zijn gedegen diagnostisch onderzoek en passende interventies noodzakelijk.
Er zijn echter maar heel weinig diagnostische instrumenten en interventies beschikbaar voor jeugdigen en (jong)volwassenen met een LVB. Daarom worden in de praktijk toch veelal de reguliere diagnostische instrumenten en interventies ingezet. Dat moet echter wel op zo’n manier gebeuren dat ze rekening houden met en aansluiten op de kenmerken van een LVB.
De beschrijving van de kenmerken van een LVB en hoe daar op aan te sluiten, of rekening mee te houden in diagnostiek en behandeling, zijn al uitvoerig beschreven in respectievelijk de Richtlijn diagnostisch onderzoek LVB (Douma, Moonen, Noordhof, & Ponsioen, 2012 – klik hier voor meer informatie over deze richtlijn) en de Richtlijn effectieve interventies LVB (De Wit, Moonen, & Douma, 2011 – klik hier voor meer informatie over deze richtlijn), beide uitgegeven door het Landelijk Kenniscentrum LVB.
Om deze inzichten breder te verspreiden en toegankelijk te maken voor iedereen die meer wil weten over wat een LVB wel, maar ook niet is, hebben we een publicatie geschreven op basis van deze twee kernpublicaties.
In deze publicatie geven we een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van een LVB die maken dat het reguliere aanbod moet worden aangepast. Er wordt ingegaan op wat een LVB kan betekenen voor het alledaagse functioneren, hoe een LVB en de factoren die daaraan gerelateerd zijn kunnen samenhangen met een verhoogd risico op probleemgedrag en wat voor invloed een LVB heeft op het doen van diagnostisch onderzoek en op de behandeling van jeugdigen en (jong)volwassenen.
N.B.: Er wordt in deze tekst gesproken over jeugdigen, maar de inhoud is grotendeels ook van toepassing op (jong)volwassenen met een LVB.