Wanneer kinderen belemmerd worden in hun ontwikkeling en functioneren door niet-bij-deleeftijd-passende aandachtsproblemen en/of druk, impulsief gedrag kan er sprake zijn van ADHD. Deze symptomen komen dan op meerdere levensgebieden voor, bijvoorbeeld in de thuissituatie, op school en/of in het sociale leven. Verondersteld wordt dat ADHD berust op een verstoring van de ontwikkeling van de bouw en functie van de hersenen en voorkomt bij ongeveer 5% van de kinderen wereldwijd. ADHD komt ook voor bij volwassenen. Diverse oorzaken kunnen leiden tot ADHD waarbij aanleg een belangrijke rol speelt, maar ook de omgeving. In een gezin hebben vaak meerdere gezinsleden (kenmerken van) ADHD. In de meeste gevallen is er sprake van een complexe combinatie van vele factoren die leidde tot ADHD.
ADHD kan ernstige gevolgen hebben, zoals afgewezen worden door leeftijdsgenoten, het niet kunnen afmaken van een opleiding, strafbaar gedrag, en vroegtijdig overlijden (door ongelukken, ongezonde leefstijl, geweldsincidenten, verslaving of zelfdoding). Maar ADHD gaat ook vaak samen met positieve eigenschappen zoals creativiteit, integriteit, energie, en humor. Vanzelfsprekend hebben ADHD symptomen ook impact op de omgeving van kinderen met ADHD. Ouders ervaren meer opvoedingsstress, worden belemmerd in hun dagelijkse activiteiten en relaties tussen gezinsleden staan vaak onder spanning. Andersom hebben (psychische) problemen van de ouder weer impact op het kind, evenals de ouder-kind relatie, de manier van opvoeden en het voorbeeld dat de ouder geeft. Er bestaan verschillende vormen van hulp bij ADHD waardoor de negatieve gevolgen kunnen verminderen of verdwijnen.
De gebruikelijke reguliere zorg bestaat allereerst uit het geven van voorlichting (psychoeducatie) over ADHD en adviezen aan het gezin en/of de school van het kind met ADHD. Als dit onvoldoend effect heeft komt meer intensieve zorg in aanmerking. Welke behandeling wordt geadviseerd verschilt per leeftijdsgroep en hangt verder af van de ernst van de ADHD symptomen en al dan niet ook aanwezige gedragsproblemen. Deze verdere zorg bestaat uit één of een combinatie van de volgende onderdelen: het voorschrijven van medicatie; ouder- en/of leerkrachttraining; cognitieve gedragstherapie voor de jongere gericht op het verbeteren van planning- en organisatievaardigheden, soms ook op sociale vaardigheden of probleemoplossingsvaardigheden. Deze zorg is niet voor ieder kind toereikend en/of gewenst; een belangrijk deel van de kinderen met ADHD ervaart daarom nog belemmeringen, ondanks dat gebruikelijke zorg is ingezet.
Een relatief nieuwe benadering die de laatste jaren in toenemende mate in de gezondheidszorg wordt toegepast is gebaseerd op mindfulness. Mindfulness is de trainbare vaardigheid om de aandacht te kunnen richten op ervaringen (bijv. lichamelijke sensaties, emoties, gedachten) in het huidige moment, met een vriendelijke, nieuwsgierige blik, zonder die ervaring direct goed of af te keuren, maar enkel te observeren zoals het is op dat moment. Op mindfulness gebaseerde training is veelbelovend bij ADHD omdat het zich richt op het trainen van zelfregulatie van aandacht, emoties en zelfbewustzijn; vaardigheden waar mensen met ADHD vaak moeite mee hebben. Het verbeteren van deze vaardigheden leidt tot een toename van ‘zelfcontrole’, wat het mogelijk maakt om meer bewust keuzes te maken, in plaats van impulsief te reageren of dingen op de automatische piloot te laten gaan. Daarbij kan een mindfulness training zich ook richten op de ouders, die een essentiële rol spelen in het functioneren en welzijn van hun kind met ADHD. Mindful ouderschap omvat luisteren met volle aandacht, compassie voor je kind, acceptatie van je functioneren als ouder (niet te kritisch naar jezelf), minder vanuit (negatieve) emoties reageren op je kind, bewust zijn van de emoties van je kind en bewust zijn van je eigen emoties met betrekking tot je kind.
Op basis van ons onderzoek kunnen we mindfulness training voor ouder en kind (nog) niet aanbevelen als eerste keus behandeling voor kinderen met ADHD, maar het kan wel een meerwaarde hebben wanneer de gebruikelijke zorg tekort schiet. Verder biedt het onderzoek training wanneer deze gericht is op kinderen met ADHD, maar veelbelovend bewijs voor mindful ouderschapstraining. Mogelijk is nog niet de juiste ‘dosis’ voor kinderen gevonden (duur en frequentie van sessies en thuisoefeningen). Daarbij is het niet duidelijk of een ouderschapstraining. Daarom wordt, op basis van de huidige stand van het onderzoek, eerder mindful ouderschapstraining dan mindfulness training voor ouder en kind aanbevolen voor gezinnen met een kind met ADHD. Hierbij dient mindfulness training niet gezien te worden als een vervanging van andere behandelopties: de klinische relevantie zit niet in de competitie met gevestigde behandelingen, maar in de onderscheidende aspecten van mindfulness training die een waardevolle aanvulling bieden op de huidige zorg.