In dit rapport doen we verslag van verkennend onderzoek naar de leefwereld van zelfstandig wonende (55+) ouderen met een Marokkaanse achtergrond ten aanzien van het thema ouder worden en eenzaamheid. We lieten ouderen zelf aan het woord over hun beleving van en ideeën bij ouder worden in Nederland en eenzaamheid. Ook spraken we met sociaal professionals, experts en informele hulpverleners, waaronder gespecialiseerde welzijnsprofessionals, moskeevoorzitters en sleutelfiguren uit de Marokkaanse gemeenschap.
Uit de interviews met de ouderen blijkt dat zij gevoelens van sociale en emotionele eenzaamheid ervaren, maar deze amper expliciet bespreken met familie en anderen in hun sociale omgeving. Ook blijkt dat zij gevoelens van eenzaamheid koppelen aan de zorgvraag. Zij zien het als een dieptepunt en een directe uiting van eenzaamheid als je niemand uit je familie hebt die voor je zorgt als je ziek bent, als je niemand hebt die naar je omkijkt. Het gesprek in de familie en in de gemeenschap over eenzaamheid lijkt gevoelig te liggen vanwege sterk ingebedde cultureel-religieuze opvattingen, waarin kinderen hun bejaarde ouders omringen met liefde, zorg en aandacht. Als deze zorg niet aan de verwachtingen voldoet, kunnen ouderen zich eenzaam voelen. In het alledaagse leven betekent dit dat de geïnterviewde ouderen, die allen meer dan drie kinderen hebben, niet snel aankaarten dat ze zich eenzaam voelen.
Dit impliceert namelijk voor hen dat zij hun kinderen niet volgens de cultureel-religieuze traditie, waarin zij zélf zijn opgegroeid, hebben opgevoed of geen goed contact met hen hebben. In beide gevallen brengen ze zichzelf en/of hun kinderen in diskrediet tegenover de gemeenschap. Hieruit blijkt dat de geïnterviewde ouderen een grote waarde hechten aan wat andere leden van de gemeenschap van hen en hun familie vinden.
Hoewel deze ouderen niet snel openlijk zullen spreken over gevoelens van eenzaamheid (met familie of met professionals) spreken zij wél gemakkelijk over gevoelens van el kant, een sentiment dat tussen verveling en vereenzaming ligt. Met dit typische woord, dat zowel in het Marokkaans-Arabisch als in het Berbers voorkomt, duiden zij aan dat ze zich verveeld voelen, maar een simpele Nederlandse vertaling van ‘verveling’ volstaat hier niet. Zij koppelen soms aan el kant een bepaalde gemoedstoestand die overeenkomt met neerslachtigheid. Respondenten zeggen el kant te voelen wanneer zij alleen zijn en het gevoel hebben dat de muren op hen afkomen (een zwaar, neerslachtig gevoel), maar ook wanneer er niets te doen is door gebrek aan sociale contacten en activiteiten (een verveeld gevoel). De aanduiding el kant is interessant, omdat hierin sociale en emotionele eenzaamheid lijken samen te komen, afhankelijk van welk accent de oudere zelf legt.1
Dat accent lijkt genderverschillen te bevatten. Uit de interviews blijkt dat vrouwen zich vaker emotioneel eenzaam voelen, vanwege het gemis van een partner door bijvoorbeeld overlijden of remigratie waarbij de man terugkeert naar Marokko en de vrouw alleen achterblijft in Nederland. Mannen zeggen beduidend minder gevoelens van emotionele eenzaamheid te ervaren, vermoedelijk mede doordat zij sneller hertrouwen na overlijden van hun partner. Zowel mannen als vrouwen rapporteren gevoelens van el kant, echter bij de vrouwen lijkt el kant zijn oorzaak te hebben in het missen van een levenspartner waardoor zij zich emotioneel eenzaam voelen. Bij de mannen lijkt het accent meer te liggen op verveling.
Ook de geïnterviewde professionals signaleren een hoger risico op eenzaamheid bij vrouwen, veelal omdat zij sterker gericht zijn op hun kinderen en er minder vaak op uit trekken. Mannen daarentegen gaan meerdere keren per dag naar de moskee voor religieuze rituelen en ontmoeten daar mensen uit de gemeenschap. Deze binding met de gemeenschap is belangrijk als beschermende factor tegen eenzaamheid (Klok & Fokkema, 2016; Johnson & Mullins, 1987; Rote, Hill & Ellison, 2013; Han & Richardson, 2010; Jianbin & Mehta, 2003). Moskeevoorzitters die we hebben gesproken, geven echter aan dat eenzaamheid nog geen onderwerp van gesprek is binnen de moskee. Zij zien dat de moskee hierin wel een rol in te vervullen heeft, maar leggen vaak (o.a. door gebrek aan vrijwilligers die activiteiten voor ouderen opzetten) de prioriteit bij jongeren die de toekomst hebben en wiens geloofsbeleving meer ‘wankel’ lijkt dan die van ouderen. Desalniettemin speelt het moskeebezoek voor mannelijke ouderen een hoofdrol in het dagelijkse leven. De meeste vrouwen die we spraken brengen eens per week – op vrijdag – een bezoek aan de moskee.
Voor zowel mannen als vrouwen geldt dat hun geloof een centrale rol inneemt in hun dagelijkse ritme via concrete rituelen van aanbidding, zoals het gebed waarmee men God [‘Allâh’] meerdere keren per dag aanbidt. Deze geloofsbelijdenis vormt een voor hen nuttige besteding van de dag en kan daarmee een beschermende factor tegen eenzaamheid zijn. Daarnaast ontlenen zij aan hun geloof een diepere betekenis van het leven en bepaalt dit in grote mate hun visie op ouder worden en eenzaamheid. Het gebed vormt voor de geïnterviewde ouderen een manier om de geestelijke rust en de balans te herstellen bij gevoelens van verveling en neerslachtigheid. Hierdoor vormt de geloofsbelijdenis een belangrijke copingstijl voor ouderen die worstelen met gevoelens van el kant.