GGZ van de toekomst. Jaarcongres Participatie en Herstel 8 december 2020
Henke van der Heiden (2020). Elke tijd zijn eigen gekte. Portretten van geestelijke verwarring door de eeuwen heen 1500-2020
Doortje Kal
Dirk den Hollander en Jean Pierre Wilken (2020). Werken in Verbinding. Praktijkboek Steunend Relationeel handelen
Neis Bitter, Wendy Albers
In deze bijdrage worden de bevindingen van een verkenning door het lectoraat GGZ en Samenleving van Hogeschool Windesheim naar de rol van ervaringsdeskundigen in projecten uit het Actieprogramma lokale initiatieven voor mensen met verward gedrag in beeld gebracht in acht collages.1 Het artikel beschrijft de achtergrond, de werkwijze en resultaten van de verkenning en geeft toelichting en tekst bij de collages.
Achtergrond
Het Actieprogramma lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag (AVG, niet te verwarren met de Algemene Verordening Gegevensbescherming) richt zich op een goed werkende aanpak voor ondersteuning, opvang en zorg voor mensen met verward gedrag en hun omgeving. In dit programma heeft ZonMw sinds 2016 ruim 300 projecten van diverse aard gesubsidieerd. Een groot aantal hiervan is afgerond. Een voorwaarde voor toekenning van de projecten was dat ervaringsdeskundigen meededen. Van de projecten werden er 36 volledig bedacht én uitgevoerd door ervaringsdeskundigen. Het gaat om zeer diverse projecten, die soms ingebed waren in een zorgorganisatie (zoals de ggz of een beschermde woonvorm), soms samenwerkten met andere organisaties (bijvoorbeeld woningcorporatie of welzijnswerk), maar soms ook geheel zelfstandig waren opgezet.
Dit artikel beschrijft bevindingen uit de pilot Samen voor Herstel.1 In een specifieke wijk in de stad Groningen namen ggz, verslavingszorg en het sociale wijkteam met behulp van de nieuwe resourcegroepenmethodiek het initiatief om tot een betere herstelondersteunende samenwerking te komen tussen cliënt, diens formele en informele netwerk, en binnen het formele netwerk. Met een kwantitatief en kwalitatief cohortonderzoek is in kaart gebracht hoe de deelnemers aan de pilot (cliënten) deze werkwijze hebben ervaren en wat de effecten waren op hun herstel en zorgtevredenheid.
Samenwerken in netwerken
Mensen die hersteld of herstellende zijn van een ernstige psychische aandoening geven aan dat de sociale relaties cruciaal zijn in hun herstelproces (Schön, Denhov, & Topor, 2009). In alle richtlijnen van ggz-behandeling gericht op deze groep (Akwa GGZ, www.ggzstandaarden.nl, vanaf 2016) wordt geadviseerd om in elk stadium van de behandeling goede afstemming met de naasten te zoeken. Een goede afstemming in de triade (van cliënt, naasten, hulpverlener) is het doel. Een cliënt met een ernstige psychische aandoening heeft meestal een formeel netwerk waarin vaak hulpverleners uit meerdere organisaties en sectoren (ggz en/of verslavingszorg, het sociale wijkteam vanuit de Wmo) een rol spelen. Goede samenwerking in de triade betreft dus zowel de samenwerking tussen cliënt, diens
informele netwerk (familie, vrienden en kennissen, buren) en het formele netwerk, als de samenwerking binnen het formele netwerk.
Opzet pilot Samen voor Herstel
In Groningen is in 2016 een initiatief gestart tussen de sociale wijkteams (het sociale domein; WIJ-teams), de grootste ggz-instelling in de regio (Lentis), de verslavingszorg (VNN), de gemeente en zorgverzekeraar Menzis. Doel ervan was het herstel bevorderen van mensen met een ernstige psychische aandoening door een betere samenwerking binnen het formele netwerk en met het informele netwerk, waarbij de regie bij de cliënt ligt. In de pilot Samen voor Herstel (SvH) wilden de deelnemende organisaties dit doel bereiken door in één wijk, waarin zij alle werkzaam zijn, gezamenlijk met dezelfde methodiek gaan werken: namelijk de resourcegroepenmethodiek. De resourcegroepen werden in het project als steungroepen aangeduid. In de pilot Samen voor Herstel konden de resourcegroepen zowel vanuit de ggz, de verslavingszorg als vanuit het sociale wijkteam opgestart worden. De verwachting was dat het werken met dezelfde methodiek en het samen deelnemen aan de resourcegroep van de cliënt de samenwerking tussen hulpverleners uit het medische en sociale domein zou bevorderen. Een groep hulpverleners uit de verschillende organisaties werd samen geschoold in de methodiek middels een eendaagse training en volgde gezamenlijke intervisie en bijscholing. Met behulp van een kwantitatief en kwalitatief cohortonderzoek is in kaart gebracht hoe de cliënten deze werkwijze hebben ervaren en wat de effecten waren op hun herstel en zorgtevredenheid.
In deze bijdrage vertellen twee betrokken behandelaars, beiden psychiater (destijds nog in opleiding), het verhaal van de bijzondere samenwerking die zij meemaakten tussen de Bascule (nu Levvel), academisch centrum voor kind- en jeugdpsychiatrie en het Frascati theater in Amsterdam. Voorstellingen gemaakt vanuit de inspiratiebron van eigen ervaringen, waar het draaide om het spel, niet om de therapie. Voor de jongeren was op de planken (gaan) staan een weg naar herstel. We willen u het verhaal vertellen van jongeren die op de planken hebben gestaan op weg naar herstel. In 2017 kreeg de Bascule (academisch centrum voor kind- en jeugdpsychiatrie, sinds juli 2020 genaamd ‘Levvel’) de mogelijkheid om een samenwerking aan te gaan met het gerenommeerde Frascati, een theater in hartje Amsterdam. Frascati heeft als missie de dialoog aan te gaan met de stad als graadmeter van de samenleving en vergeten verhalen te ontdekken. Hierin past ook het plan om de kinder- en jeugdpsychiatrie op toneel te zetten.
Een succesvolle kruisbestuiving tussen kunst en psychiatrie
Het plan ontstond om jongeren met een psychische kwetsbaarheid te laten samenwerken met professionele theatermakers en hun verhaal een podium te geven in een officieel theater. Geen dramatherapie, geen vaktherapie, maar hoogwaardig toneel met professionals zonder direct therapeutisch doel. De inhoud van de voorstellingen werd bepaald door de theatermaker en jongeren samen, waarbij er geen letterlijke vertaling was van eigen ervaringen, maar deze wel als inspiratiebron konden gelden.
De mate van samenwerking tussen hulpverlener en cliënt is een belangrijke voorspeller van een positief resultaat van de hulp. Het zijn niet alleen de (therapeutische) interventies die het verschil maken, want inzet van dezelfde interventies door verschillende hulpverleners leidt vaak tot verschillende resultaten. Wanneer een cliënt door de hulpverlener onbegrepen gedrag laat zien, is de cliënt niet per definitie ‘moeilijk’. Het ligt ook niet per definitie aan de cliënt of hulpverlening slaagt. Het is een samenspel tussen hulpverlener en cliënt – oftewel de samenwerking. We onderzochten of en hoe de samenwerking positief beïnvloed wordt door implementatie van Methodisch Samen Werken (MSW).
Een gespannen samenwerking
Samenwerken op een gelijkwaardige manier is nog niet zo makkelijk. Hulpverleners weten wel wat er nodig is in een samenwerking, namelijk contact maken, aansluiten, meebewegen, niet oordelen et cetera. Maar ze weten niet altijd hoe ze dat moeten doen, bijvoorbeeld in situaties waarin de hulpverlener de cliënt niet goed begrijpt. Cliënten weten ook niet altijd hoe ze aansluiting kunnen vinden bij de hulpverlener. Dit terwijl organisaties verwachten van medewerkers dat zij succesvol en doelgericht werken met een door de organisatie geïmplementeerde methodiek van behandelen of begeleiden. De aanpak is dan al bepaald, terwijl er soms – of zelfs vaak – onvoldoende ruimte is voor de basale onderdelen van samenwerking. Hulpverlener en cliënt spreken bijvoorbeeld onvoldoende af hoe ze gesprekken met elkaar willen voeren, hoelang ze dat zo blijven doen en met welk doel. Een hulpverlener weet niet altijd wie er verder betrokken zijn en hoe de samenwerking met die betrokkenen eruit kan zien.
Participatie en Herstel 1 - 2021 (complete uitgave)
SRH is een van de meest gebruikte herstelondersteunende benaderingen in Nederland en België. Daarnaast wordt ze ook in een tiental andere landen toegepast. In dit artikel beschrijven we de ontwikkelingen die de benadering de laatste jaren heeft doorgemaakt. We beginnen met een korte geschiedenis. Vervolgens gaan we in op hoe SRH als vorm van relationele herstelgerichte zorg er anno 2021 uitziet.
Geschiedenis
SRH (oorspronkelijk Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen) is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld in Nederland, geïnspireerd door rehabilitatiebenaderingen uit Engeland, Amerika en Italië. Psychosociale rehabilitatie was toen, in het kielzog van de antipsychiatrie en de democratische psychiatrie, een wereldwijde beweging die zich richtte op humanisering van de zorg. Hierbij stond een gelijkwaardige samenwerking van cliënten, naastbetrokkenen en hulpverleners voorop. Op basis van rehabilitatieprincipes ontwikkelde methoden, zoals SRH en IRB (Individuele Rehabilitatie Benadering), beoogden persoonlijke ondersteuning te bieden aan cliënten om zelfgekozen doelen te bereiken en volwaardig mee te doen in de samenleving. In 1994 publiceerden we het eerste boek over SRH, dat vooral medewerkers van RIBW’s en verblijfsafdelingen van psychiatrische ziekenhuizen handvatten bood om op een methodische wijze begeleiding te bieden (Wilken, Kaiser, & Den Hollander, 1994). We begonnen met het aanbieden van trainingen vanuit de stichting STORM Rehabilitatie. Deze stichting fuseerde in 2008 met de RINO Groep, van waaruit sindsdien een uitgebreid programma aan opleidingsmogelijkheden verzorgd wordt.