Participatie en Herstel 1 - 2024

Participatie en Herstel 1 - 2024

2024

Omschrijving

Participatie en Herstel 1 - 2024

Bijeenkomsten

Bijeenkomsten

Bijeenkomsten

Meer info
Gratis
Boeken

Boeken

Petra Hunsche (2022). Herstel in beweging. De cliëntenbeweging in de 21e eeuw
Jaap van Weeghel


Veldboer et al. (red.) (2023. Lexicon nabijheid en sociaal werk
Margit van der Meulen

Meer info
Gratis
Broosheid en kwetsbaarheid omarmen. Praktijk van de vertelherstel- lunches bij Enik

Broosheid en kwetsbaarheid omarmen. Praktijk van de vertelherstel- lunches bij Enik

Iedereen die worstelt met negatieve gedachten, verslaving of trauma kan terecht bij Enik Recovery College. Enik is een herstelacademie, leeromgeving en ontmoetingsplaats voor persoonlijke ontwikkeling in Utrecht en omgeving. Enik wordt 100 procent gerund door ervaringsdeskundigen. Deelnemers leren samen met anderen (peer support) om te gaan met ontwrichting en kwetsbaarheden. In dit praktijkverhaal een inkijkje in wat er gebeurt bij een zelfhulpgroep van Enik. Daarnaast reflecteert de auteur als peer support facilitator op de vertel-herstel-lunches, waarvan zij initiatiefnemer is.

Achtergrond van Enik
De herstelacademie is geopend sinds 2015 en initiatiefnemers van Enik zijn Ton Verspoor en Martijn Kole. Inmiddels zijn er acht locaties waar een (zelfhulp)programma wordt aangeboden. Enik gaat uit van het herstellend vermogen en de eigen kracht van mensen. Herstel gaat niet om ‘genezing’, maar om meer inzicht te krijgen in persoonlijke ervaringen met ontwrichting, beter te leren omgaan met kwetsbaarheden. Daardoor worden deelnemers weer zelf regisseur van hun eigen leven. Het uitgangspunt bij Enik is herstel door peer support en verdragen van wat er is in het hier en nu. Dit betekent dat mensen met gelijksoortige ervaringen elkaar steun bieden en ervaringen delen op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid.

Van elkaar leren in werkgroepen
Deelnemers leren van elkaar, inspireren elkaar en steunen elkaar. Door zelfonderzoek en uitwisseling van ervaringen ontdekt ieder voor zich wat diegene helpt om te herstellen en te groeien. Dat gebeurt in werkgroepen van circa tien deelnemers. Tijdens de bijeenkomsten zijn er twee ervaringsdeskundigen die de groep faciliteren. Ook zij delen hun ervaringen, wat zorgt voor een gelijkwaardige, open sfeer.

Meer info
3,90
De meerwaarde van psychosociale therapie in een veranderende ggz

De meerwaarde van psychosociale therapie in een veranderende ggz

De ggz staat onder druk: niet alleen zijn er wachtlijsten, ook ervaren professionals de werkdruk als te hoog. Intussen neemt de vraag naar specialistische ggz toe. Hoe houden we de ggz houdbaar en toegankelijk? In deze bijdrage wordt verkend hoe psychosociale therapie een rol kan spelen in de verandering van de ggz van diagnosegedreven zorg naar zorg die beter aansluit bij het functioneren in het dagelijks leven. Dit type zorg is laagdrempelig en kan naar de mening van de auteurs bijdragen aan verkorting van de wachtlijsten.
Problemen met houdbaarheid en duurzaamheid ggz Medio 2022 wachtten zo’n 80.000 mensen op een aanmeldgesprek of een behandeling voor psychische hulp in de ggz, waarvan 22% op meerdere wachtlijsten staat (NZA, 2022). Dit aantal schommelt al jaren rond dit hoge niveau. Meer dan de helft van hen wacht langer dan de Treeknormen voorschrijven. Tegelijk krijgt ieder jaar 18% van de mensen tussen 18 en 64 jaar (Trimbos-instituut, Nemesis-studie) op enigerlei manier last van psychische problemen. Ook dit aandeel is de afgelopen jaren gestegen; steeds meer mensen doen een beroep op ggz-zorg (De Nederlandse ggz, 2022). Het beleid van opeenvolgende kabinetten was gericht op het afremmen van de verwachte stijgende zorguitgaven in het algemeen. Gezien de onverminderde toestroom, mag het niet verbazen dat de inzet voor de ggz op vermindering van de vraag naar de duurdere (gespecialiseerde) ggz (‘zorg op de juiste plek’; Bestuurlijk akkoord ggz 2019-2022) niet heeft geleid tot beter matchende zorg en kortere wachtlijsten.

Momentum voor verandering
De urgentie om het zorgstelsel beter te laten functioneren wordt niet alleen in de politiek gevoeld, maar ook in de sector zelf en door de werkers erin. Doorgaan op dezelfde voet (steeds meer van hetzelfde) betekent dat er over tien jaar meer patiënten met minder personeel bediend moeten worden, omdat niet alleen het beroep op de zorg toeneemt, maar ook het begrote tekort aan medewerkers. In het referentiescenario van de prognose (Prognosemodel Zorg en welzijn, 2023) neemt het tekort aan ggz-medewerkers toe van 7.300 in 2023 naar 14.300 in 2032. Naast de zeer krappe arbeidsmarkt is de mismatch tussen vraag en aanbod heel groot (vandaar ook de onverminderd lange wachttijden) en komt juist de zorg voor mensen met complexe hulpvragen in de knel. Het tekort aan personeel werkt continu werkdrukverhogend. Daarom moet het roer om. De branche neemt het initiatief tot meer samenwerking met huisartsen en het sociale domein, maar ondanks het op gang komen van regionale en sectoroverstijgende samenwerking en de goede voorbeelden daarin (Mulder et al., 2024), meer inzet op preventie (‘vergroten mentale weerbaarheid’) en allerlei wachttijdinitiatieven heeft dit nog niet tot verkorting van de wachtlijsten geleid.

Meer info
3,90
Participatie en Herstel 1 - 2024 (complete uitgave)

Participatie en Herstel 1 - 2024 (complete uitgave)

Participatie en Herstel 1 - 2024 (complete uitgave)

Meer info
9,95
Proefschriftenparade

Proefschriftenparade

Development en implementation of e-health interventions to improve self-management and well-being in patients with bipolar disorder
Bart Geerling


Crisis, What crisis? A multi-sited ethnography of community mental health care around a psychiatric crisis in Trieste and Utrecht
Christien Muusse

Meer info
3,90
Redactioneel

Redactioneel

Omgaan met veranderingen in zorg en welzijn

Mens als meanderende rivier
In een van de bijeenkomsten waar wij in dit nummer verslag van doen (het symposium rondom de beweging ‘Stap in de Wijk’ van RIBW Overijssel) werd gesproken over de ontwikkelingen in het landschap van zorg en welzijn, in termen van de metafoor van de meanderende rivier. Het beeld van een mens als een wezen dat wil worden wat het is. Als een rivier kan hij overstromen, andere wegen zoeken en soms gekeerd worden. SIDW is dan een beweging die op de oevers van de rivier zoekt naar wat iemand nodig heeft: naasten of het netwerk dichtbij of de wijk of soms professionele hulp. Dit zijn de steeds bredere dijken waarbinnen de rivier in zijn bedding een weg zoekt. Dat vraagt om sectorbrede en sectoroverstijgende samenwerking. Deze veranderprocessen moeten stevig draagvlak krijgen in ambachtschap en in het zoeken van verbinding en samenwerking tussen professionals om vrucht te dragen. Op het jaarcongres Participatie en Herstel zagen we hoe deze beweging in verschillende praktijkvoorbeelden vorm begint te krijgen, bijvoorbeeld in GEM, het ecosysteem mentale gezondheid.

Lerende organisaties
De ontwikkelingen vragen om lerende organisaties die werken vanuit een gedeelde visie op herstel en die werkelijk open staan voor veranderingen, voor de dingen anders willen doen om betere resultaten voor cliënten te bereiken. In dit verband is het tweeluik over het veranderprogramma Woonstart bij Cosis heel leerzaam. Cosis is een organisatie voor beschermd en begeleid wonen met een groot werkgebied, geleid vanuit een centraal hoofdkantoor. Niet alleen de ambities waren groot, maar ook de vastberadenheid om in één veranderprogramma alle lopende organisatieveranderingen in de herstelvisie te verbinden en een meer herstelondersteunende manier van begeleiden stevig te verankeren, om zo betere resultaten voor alle cliënten te realiseren. De auteurs (respectievelijk Annemarie Zijlstra et al., en Charlotte Wunderink et al.) doen eerlijk verslag van het verloop van de implementatie in een soms weerbarstige praktijk met de nodige weerstand. In een kwalitatief onderzoek werden onder meer de hindernissen bij implementatie via een gap-analyse geïnventariseerd. Intussen is het gelukt vooruitgang te boeken, vooral door de professionele (IRB-)expertise en ervaringsdeskundige inzet standaard deel uit te laten maken van de dagelijkse praktijk van de teams. Zo kregen zij de medewerkers mee.

Het oorspronkelijke programma heeft een vervolg gekregen in een tweejarige ontwikkelplan. In een korte bijdrage volgen we een discussie opgetekend door Joyce Lamerichs op de Dag van de Ervaringsdeskundige 2023 over de bruikbaarheid van het vernieuwde Beroepscompetentieprofiel Ervaringsdeskundigheid. In zijn verbrede vorm kan het ook een rol kan spelen in de gewenste veranderingen in (de organisatie van) zorg en welzijn. Cindy Heezius en Margit van der Meulen houden een pleidooi voor het meer toepassen van psychosociale therapie als een manier om gezien wachtlijsten, werkdruk en een nog altijd toenemende vraag de ggz houdbaar en toegankelijk te houden. Zij zien ook een duidelijke rol voor dit type laagdrempelige zorg in de verandering van de ggz van diagnosegedreven zorg naar zorg die naar hun mening beter aansluit bij iemands gewenste functioneren in het dagelijks leven.

Praktijkverhaal
Anne Evers van Recovery College Enik verhaalt de ervaringen (en haar persoonlijke reflecties) bij de ‘vertel-herstel-lunches’ die regelmatig worden georganiseerd in deze herstelacademie, leeromgeving en ontmoetingsplaats voor persoonlijke ontwikkeling in Utrecht. Enik wordt 100% gerund door ervaringsdeskundigen. De lunchbijeenkomsten zijn voor iedereen toegankelijk en worden gewaardeerd als een plek waar broosheid en kwetsbaarheid omarmd kunnen worden. Enik heeft een breed aanbod van peer support interventies voor iedereen die worstelt met negatieve gedachten, verslaving of trauma. Voor geïnteresseerde professionals worden maandelijks voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd.

En verder…
Onze vaste rubrieken Beeld (van de hand van Anne Evers), Boeken (met twee recensies), Rehab (met agenda en nieuws) en de Proefschriftenparade. De laatste rubriek heeft als doel om relevant recent onderzoek neergelegd in proefschriften snel te ontsluiten voor onze lezers. In deze afl evering een praktijkonderzoek naar het toepassen van oefeningen in de positieve psychologie via een app bij mensen met een bipolaire stoornis (promotie Bart Geerling) en een mooi empirisch-ethisch onderzoek naar verschillende praktijken (‘repertoires’) van ambulante zorg in de aanloop naar een mogelijke psychische crisis. Christien Muusse beschreef en vergeleek hierbij de verschillende accenten die twee wijkteams (een in Triëst en een in Utrecht) leggen in wat zij binnen relaties tussen hulpverleners, cliënten, naasten en hun omgeving zien als goede zorg.

Meer info
Gratis
Rehab

Rehab

Rehab

Meer info
Gratis
Wat hebben we aan het nieuwe Beroepscompetentieprofiel Ervaringsdeskundigheid?

Wat hebben we aan het nieuwe Beroepscompetentieprofiel Ervaringsdeskundigheid?

Op 1 november jl. vond de Dag van de Ervaringsdeskundige plaats, georganiseerd door de Vereniging van Ervaringsdeskundigen (VvE) en het lectoraat GGZ en samenleving van de Hogeschool Windesheim. Ruim 600 aanwezigen, waarvan 350 live aanwezig in het auditorium van de hogeschool, volgden het vraaggesprek over het Beroepscompetentieprofiel Ervaringsdeskundigheid (BCP-E). De voorzitter van de VvE Daantje Daniëls sprak met Wilma Boevink, Mannus Boote en Alie Weerman.

Na 10 jaar is er een nieuw Beroepscompetentieprofiel Ervaringsdeskundigheid uitgekomen. De eerste verscheen in 2013. Hoe kwam dat zo?

Ervaringsdeskundig werken vergt ook kwaliteitseisen
Wilma Boevink: ‘Er kwam behoefte aan een beroepscompetentieprofiel, omdat wij als ervaringsdeskundigen aan de slag gingen in zorgorganisaties. We wilden zelf de kwaliteiten van ons werk daar formuleren. Niet alleen om die te waarborgen in die organisaties, maar ook om een standaard vast te stellen voor het ervaringsdeskundig werk. Dat zou ik zelf ook graag willen als ik patiënt ben. Ik wil niet zomaar de eerste de beste aan mijn bed die mij wil genezen of helpen.’ Daantje Daniëls: Zo van: ‘Ik ben ervaringsdeskundige en ik kom jou redden’.

Beschrijven wat ervaringsdeskundig handelen is en de benodigde vaardigheden

Wilma Boevink: ‘Ja, en in het ergste geval ligt die redding dan in het individuele verhaal van de ervaringsdeskundige dat steeds weer verteld wordt. Maar dat is niet waar ervaringsdeskundigheid over gaat. Daarom legden we vast wat het dan wel is, hoe het ervaringsdeskundig handelen eruit ziet en welke vaardigheden daarbij horen. We hebben iets moois te bieden en daar stellen we kwaliteitseisen aan. Maar ook aan de omgeving waarin we opereren, opdat die ook bijdraagt aan onze kwaliteit.

Meer info
3,90
Woonstart (1). GGZ-programma bij Cosis. Drie jaar programmatisch werken aan herstel

Woonstart (1). GGZ-programma bij Cosis. Drie jaar programmatisch werken aan herstel

In een tweeluik worden in dit eerste deel de achtergrond van het Woonstartprogramma en het programma zelf beschreven (opzet, inhoud en organisatie), en daarnaast de resultaten van een kwantitatief onderzoek naar de doelgroep. In het tweede deel wordt ingegaan, mede op basis van het kwalitatieve onderzoek dat meeliep met de uitvoering van het programma, op de ervaringen bij de implementatie. Beide artikelen staan in deze aflevering van Participatie en herstel en zij vertellen gezamenlijk het verhaal over programmatisch werken aan herstel met Woonstart bij zorgorganisatie Cosis.

Achtergrond
Zorginstellingen besteden veel tijd en geld aan het bijscholen van hun medewerkers ter verbetering van kwaliteit van zorg om zo bij te dragen aan de kwaliteit van leven van cliënten. Het implementeren van nieuwe kennis (methoden of werkwijzen), attituden en vaardigheden blijkt nog altijd een lastige opgave voor organisaties, terwijl de opbrengst van scholingsinspanningen in de praktijk tegenvallen. Borging ervan vraagt niet alleen veel tijd en aandacht, maar ook continuïteit in zowel uitvoering als aansturing, zeker in de huidige ggz, met zijn personeelstekorten en een hoog verloop in de verpleegkundige en agogische bezetting in teams. Dit zien we terug in de aanpak van Cosis van het borgingsproces van herstelgericht werken binnen het eigen ggz-programma Woonstart. Aansluitend bij de gewenste
ontwikkeling naar een meer herstelondersteunende begeleiding wilde de organisatie alle lopende organisatieveranderingen in een programmatische aanpak verbinden aan haar visie en missie en aan inhoudelijke resultaten voor cliënten, op het vlak van maatschappelijke participatie: zelfstandig(er) wonen, zelfgekozen activiteiten en relaties, school en werk.

Meer info
3,90
Woonstart (2). Ervaringen met implementatie

Woonstart (2). Ervaringen met implementatie

In dit tweede deel over het ggz-programma Woonstart bij Cosis delen de auteurs hun ervaringen met de implementatie. Ze gaan ook in op het kwalitatieve onderzoek dat meeliep met de uitvoering van het programma. Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met het lectoraat Maatschappelijke participatie van mensen met psychische beperkingen van de Hanzehogeschool. Op blz. 4-15 vindt u het eerste deel van het tweeluik. Ervaringen met de implementatie van Woonstart Woonstart als programma ggz was de gekozen manier om het werken vanuit de herstelvisie te borgen zowel in de inhoudelijke begeleiding als in de bedrijfsprocessen, inclusief de inzet van fi nanciën en vastgoed. De op waarden zoals ‘hoop bieden’, ‘ontwikkelen & leren’ en ‘bondgenootschap’ gebaseerde herstelvisie (en de bijbehorende manier methodische manier van werken, de IRB) moest leidend zijn voor alle ggz-cliënten, ook als uitstroom naar zelfstandig wonen op de korte termijn niet haalbaar is. Het verankeren en doorontwikkelen van Woonstart past in de langetermijnstrategie van Cosis.

Voordelen programmastructuur
Het werken in een programmastructuur met een afgebakende duur van drie jaar en een nieuwe werkwijze levert in de organisatie focus en energie op. Ook het actief verbinden en vertalen van organisatiebrede ontwikkelingen naar de eigen praktijk helpt medewerkers het geheel beter te begrijpen en daarnaar te handelen.

Positioneren van expertise
Een knelpunt binnen Cosis al vooraf aan de implementatie bleek de onduidelijkheid over verantwoordelijkheid voor de cliëntresultaten. Wie begeleiden de teams op welke manier in het herstelgericht werken? Ondanks de verplichte scholing van alle medewerkers in de IRB en in herstelondersteunende zorg bleef de integratie in de dagelijkse praktijk aandachtspunt. Op basis van de tweede meting van het kwantitatieve onderzoek (zie blz. 11-13) en het kwalitatieve onderzoek werd vanuit het programma gekozen om de inhoudelijke expertise te bundelen in een eigen team, met een eigen functiebeschrijving en een centrale positie. Dit team van IRB-experts is tevens geschoold in het geven van werkbegeleiding. Door deze coaching in de dagelijkse praktijk te integreren wordt een directe bijdrage geleverd aan implementatie en borging van de inhoud in de teams, omdat het methodisch werken en het werken aan de inhoudelijke doelstellingen altijd in het vizier is. Elke IRB-expert verzorgt voor een aantal eigen teams coaching-on-the-job. Dat kan individueel, bijvoorbeeld een medewerker helpen bij het maken van een begeleidingsplan of bij de inzet van IRBonderdelen, maar ook tijdens teamoverleg. Niet alleen de IRB-expert is structureel aanwezig, maar ook de ervaringsdeskundigen, die bij elk overleg het cliëntperspectief inbrengen. Het ECD (software ONS) is hierop ook aangepast en ingericht. In deze tijden van personele krapte is de positionering van de IRB-experts en de overige specialisten ook een manier om goed gekwalifi ceerd personeel aan de organisatie te binden.

Meer info
3,90