In een tweeluik worden in dit eerste deel de achtergrond van het Woonstartprogramma en het programma zelf beschreven (opzet, inhoud en organisatie), en daarnaast de resultaten van een kwantitatief onderzoek naar de doelgroep. In het tweede deel wordt ingegaan, mede op basis van het kwalitatieve onderzoek dat meeliep met de uitvoering van het programma, op de ervaringen bij de implementatie. Beide artikelen staan in deze aflevering van Participatie en herstel en zij vertellen gezamenlijk het verhaal over programmatisch werken aan herstel met Woonstart bij zorgorganisatie Cosis.
Achtergrond
Zorginstellingen besteden veel tijd en geld aan het bijscholen van hun medewerkers ter verbetering van kwaliteit van zorg om zo bij te dragen aan de kwaliteit van leven van cliënten. Het implementeren van nieuwe kennis (methoden of werkwijzen), attituden en vaardigheden blijkt nog altijd een lastige opgave voor organisaties, terwijl de opbrengst van scholingsinspanningen in de praktijk tegenvallen. Borging ervan vraagt niet alleen veel tijd en aandacht, maar ook continuïteit in zowel uitvoering als aansturing, zeker in de huidige ggz, met zijn personeelstekorten en een hoog verloop in de verpleegkundige en agogische bezetting in teams. Dit zien we terug in de aanpak van Cosis van het borgingsproces van herstelgericht werken binnen het eigen ggz-programma Woonstart. Aansluitend bij de gewenste
ontwikkeling naar een meer herstelondersteunende begeleiding wilde de organisatie alle lopende organisatieveranderingen in een programmatische aanpak verbinden aan haar visie en missie en aan inhoudelijke resultaten voor cliënten, op het vlak van maatschappelijke participatie: zelfstandig(er) wonen, zelfgekozen activiteiten en relaties, school en werk.