Redactioneel - Jaap van Weeghel
In Memoriam Reinier Schippers (1962-2024) - Jenny de Jeu
Implementatiewijzer W in de Wijk - Nicole van Erp, Christine Kuiper, Margit van der Meulen, Sonja van Rooijen
Vinden van een passende plek in het beschermd wonen (BW) - Hilde Koelmans
Beeld - Gedicht voor op een bouwschutting
‘Mind you, breng cliënten in de positie om het zelf te doen’ - Petra Hunsche
Meedoen en ertoe doen - Diana Roeg, Linn Luijerink, Mariëlle Cloin
Bijeenkomsten
Proefschriftenparade
Boeken
Rehab
De auteur interviewde in haar boek Herstel in beweging kopstukken uit de cliëntenbeweging in de 21e eeuw (Hunsche, 2022). Eén van hen is Edo Paardekooper Overman, overleden in 2022. Hij was zelf dakloos geweest en betrok daklozen als ervaringsdeskundigen bij beleidsbeïnvloeding en armoedebestrijding. Hij kreeg in 2018 erkenning voor zijn inzet en werk doordat het College voor de Rechten van de mens hem de eerste MensenrechtenMens titel verleende. Hij werkte ook veel samen met Reinier Schippers, die op 24 november jl. overleed en over wie elders in het blad een in memoriam geschreven door Jenny de Jeu te lezen is. In dit kader herplaatsen we het interview van Petra Hunsche, om naast Reinier ook deze bijzondere ervaringsdeskundige te eren vanwege de grote inzet voor gelijkwaardige behandeling van mensen in kwetsbare posities.
Een schets van de daklozenzorg
Voor een portret van het Groot Walenburgs Vuilharmonisch Orkest, een beroemd daklozenorkest in Amsterdam en wijde omstreken, liep ik in het najaar van 1995 de smalle Nieuwmarktbuurt in. Het was mijn eerste kennismaking met de dak- en thuislozenopvang. Ik aarzelde even op de vuilstenen trap van het oude ‘internaat voor dakloze mannen’ van de toenmalige stichting Huis voor Onbehuisden (HVO). In de buurt zag je de bewoners vaak lopen. Sommigen onder invloed van alcohol, of wanen, onverwacht schreeuwend. Woeste fi guren die tegenwoordig als ‘verward’ bestempeld zouden worden. ‘De meeste van onze gasten lopen bij de Riagg (ambulante ggz) vertelde stafl id Theo Meijer in zijn kantoortje, wijzend op potten en dozen vol pillen. ‘Maar ze krijgen hier slechts een fractie van de medicijnen die ze in een psychiatrische inrichting moeten gebruiken. Ze hebben vaak nog wanen, maar zo is het aanvaardbaar en houden ze ook nog iets van hun eigen leven.’
Congres IRB/positieve gezondheid, 14-15 oktober 2024
Bert-Jan Roosenschoon, Gerdie Kienhorst
Congres Tech & Innovaties in de GGZ, 21 november 2024
Birgit Vermeulen
Slotsymposium W in de Wijk, 25 november 2024
Margit van der Meulen
Lieke Asma (2024). Blinde vlekken. Hoe impliciete vooroordelen je (mis)leiden.
Interessante invalshoek op impliciete discriminatie
Lieke Asma, fi losoof en psycholoog, vindt het fascinerend dat we onderscheid maken op basis van gender, etniciteit, seksuele oriëntatie, et cetera, terwijl we denken dat gelijkwaardigheid hoog in ons vaandel staat. Dit noemen we impliciete discriminatie, waarbij sprake is van onrechtvaardigheid op twee niveaus: niet alleen wordt iemand oneerlijk behandeld, het wordt ook nog eens niet als zodanig (h)erkend. Asma probeert in haar boek meer grip te krijgen op dit probleem.
Verticale en horizontale beelden
De gangbare opvatting is dat impliciete vooroordelen een persoonlijk, psychologisch fenomeen zijn. Om dit te verhelderen gebruikt Asma de ijsberg als metafoor: maar een klein deel van onze geest steekt boven het water uit. We houden er twee verschillende oordelen op na over sociale groepen: een bewuste (boven water) en een onbewuste (onder water). Om dat laatste te onderzoeken zijn er impliciete of indirecte meetmethoden ontwikkeld. Zo brengt de Impliciete Associatietest (IAT) verbindingen tussen concepten in ons onbewuste en de daaraan verbonden gevoelens aan het licht. Asma laat echter zien dat een IAT-score een momentopname is die vooral je recente ervaringen en omgeving weerspiegelt. Zij pleit ervoor om niet bij onze onbewuste overtuigingen maar bij ons uiterlijke gedrag (de discriminatie) te beginnen. Ze maakt onderscheid tussen een verticaal en een horizontaal wereldbeeld. Volgens het verticale wereldbeeld – denk aan de ijsberg – heb je iets pas echt begrepen als je het onderliggende mechanisme kent.
Bewoners met een psychische kwetsbaarheid vinden het vaak lastig om hun plek in de wijk te vinden. Ze ervaren een drempel om naar buurthuizen, welzijnsvoorzieningen en andere wijkvoorzieningen toe te gaan. Daarom hebben in Amsterdam Zuid vier organisaties: GGZ inGeest, zelfregieorganisatie TEAM ED, gemeente Amsterdam en welzijnsorganisatie Dynamo de aanpak W in de Wijk (voorheen GGZ in de wijk) ontwikkeld. Deze aanpak is inmiddels verbreed naar andere stadsdelen en andere gemeenten. Om deze én andere gemeenten te helpen bij de verdere implementatie en inbedding is een implementatiewijzer ontwikkeld.
Wat is W in de Wijk?
De aanpak W in de Wijk is ontwikkeld om ervoor te zorgen dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zich welkom voelen in de wijk. Dit gebeurt door medewerkers van voorzieningen in de wijk toe te rusten om beter om te gaan met situaties waar het schuurt, zorgen zijn, onbegrip is of sprake is van uitsluiting. Hierdoor ontstaat bij bewoners, vrijwilligers en professionals die werken in voorzieningen in de buurt meer begrip en ruimte voor bewoners die anders zijn. Vanuit dit begrip en die ruimte kunnen zij mensen met een psychische kwetsbaarheid beter ondersteunen, bijvoorbeeld bij het vinden van passend vrijwilligerswerk of in de ontmoeting met andere bewoners. Dit draagt zowel bij aan hun herstel, als aan het prettig samenleven in de wijk. Meer informatie via de QR-code op de website van W in de Wijk.
‘Houd moed & heb lief.’ Dit waren ook de woorden waarmee Reinier sinds een aantal jaren zijn mails afsloot. Het zijn woorden uit een gedicht van Ingmar Heytze, dat op Reiniers rouwkaart werd afgedrukt. U vindt het terug in de rubriek Beeld, elders in deze aflevering.
Reinier overleed eind november 2024 na een kort ziekbed. Houd moed & heb lief, het zijn woorden die Reinier heel goed pasten. In alles wat hij deed aandacht voor de ander, eraan bijdragen dat mensen in lastige omstandigheden echt gezien, gehoord en hopelijk ook beter begrepen werden. Zodat zorg en ondersteuning ook veel meer zouden aansluiten bij wat mensen echt nodig hebben.
Een vurig voorvechter
Reinier had zoals je dat noemt doorleefde ervaring. Hij had vele zaken zelf aan den lijve ondervonden, en deze ervaringen droegen bij aan het vuur en de vanzelfsprekendheid waarmee hij zich inzette om verbeteringen te realiseren in de levens van vele mensen. Maar niet alleen zijn eigen ervaringen droegen daaraan bij. Reinier was ook een heel empathisch mens en had een groot hart. Hij zag en voelde goed aan waar soms nog geen woorden voor waren. Reinier ontwikkelde zich tot iemand met ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid. Hij had een passie voor lezen, filosofeerde graag en droeg het belang van kennis delen uit. Net als ik had hij er zijn werk van gemaakt om bij te dragen aan het beter betrekken en begrijpen van mensen in allerlei lastige omstandigheden. Mensen met psychische problematiek, verslaving, mensen die te maken hadden met armoede en dakloosheid. Problemen die vaak niet uit de lucht komen vallen maar vaak een context hebben in een groter familie- of meergeneratieverhaal.
In dit onderzoeksartikel worden data uit de elektronische cliëntendossiers (ECD’s) van jongvolwassenen met ernstige psychische aandoeningen die worden opgevangen in de maatschappelijke opvang of begeleid in het beschermd of begeleid wonen (BW/MO-sector), gebruikt om meer inzicht te krijgen in hun ontwikkel- en begeleidingsbehoeften, met als uiteindelijk doel voorkomen dat zij langdurig afhankelijk worden van zorg.
Achtergrond
De participatiegraad onder mensen met ernstig psychische aandoeningen is nog steeds laag, alle ontwikkelingen de afgelopen decennia in de rehabilitatie- en herstelgerichte zorg ten spijt. Zo heeft onder de deelnemers aan het panel Psychisch Gezien1 (mensen met ernstige psychische aandoeningen) slechts een vijfde (21%) betaald werk, tegenover bijna driekwart (73%) van de beroepsbevolking van 15-75 jaar (Hulsbosch et al., 2023). De eenzaamheid blijft hoger dan onder de algemene bevolking (79% versus 49%) en de tevredenheid over het leven lager beoordeeld (53% versus 82% geeft aan tevreden te zijn; Hulsbosch et al., 2023).
Beperkt zicht op de jongere doelgroep
In deze cijfers weerspiegelen zich de ervaringen en behoeften van veelal vooral volwassen mensen met ernstige psychische aandoeningen (in de peiling Psychisch gezien van 2022 was 15% van de respondenten jonger dan 35 jaar, slechts 1,5% tussen de 15 en 25 jaar). Er is minder zicht op de behoeften voor de groep jongvolwassenen, de leeftijdsgroep waarin de ernstige psychische aandoeningen zich vaak voor het eerst uiten. Juist voor deze groep wil je weten welke behoeften er zijn, en hoe begeleiding en zorg met aandacht voor herstel en ontwikkeling, er optimaal op kan aansluiten, ook om het chronisch worden van problematiek en van zorg te voorkomen.
In de ambulante zorg is er voor ondersteuning bij participatie een belangrijke rol weggelegd voor de BW/MO-sector. In deze bijdrage richten we ons op de groep jongeren en jongvolwassenen met ernstige psychische problematiek waar tot dusver weinig onderzoek naar is gedaan. Een schatting van het aantal jongvolwassenen dat begeleiding nodig heeft op het gebied van wonen en dakloosheid komt op 70.000 jongvolwassenen (16-28 jaar) in Nederland (Movisie & SZN, 2020) met psychische problemen die langer dan twee jaar aanhouden. Harde cijfers zijn er echter niet. Ook over hun ontwikkeling door de tijd is weinig bekend. De BW/MO-sector heeft wel te maken met een toename in de instroom van jongvolwassenen de afgelopen jaren, sinds de decentralisaties in de ggz, forensische zorg en jeugdzorg.
Redactioneel - Jaap van Weeghel
In Memoriam Reinier Schippers (1962-2024) - Jenny de Jeu
Implementatiewijzer W in de Wijk - Nicole van Erp, Christine Kuiper, Margit van der Meulen, Sonja van Rooijen
Vinden van een passende plek in het beschermd wonen (BW) - Hilde Koelmans
Beeld - Gedicht voor op een bouwschutting
‘Mind you, breng cliënten in de positie om het zelf te doen’ - Petra Hunsche
Meedoen en ertoe doen - Diana Roeg, Linn Luijerink, Mariëlle Cloin
Bijeenkomsten
Proefschriftenparade
Boeken
Rehab
Beyond Victimization. Understanding and Addressing Victimization and Discrimination as Barriers to Societal Participation of Individuals with Severe Mental Illness
Voor deze rubriek nodigt Participatie en Herstel (jonge) gepromoveerde onderzoekers uit om het onderzoek en de resultaten van hun proefschrift te beschrijven, zodat onze lezers snel kennis kunnen nemen van nieuwe onderzoeksresultaten op het vakgebied die relevantie kunnen hebben voor hun dagelijkse praktijk. Vragen? Neem contact op met de redactiesecretaris gerdiekienhorst@gmail.com.
Beyond victimization: Understanding and addressing victimization and discrimination as barriers to societal participation of individuals with severe mental illness. (Voorbij het slachtofferschap: begrijpen en bespreken van slachtofferschap en discriminatie als barrières voor maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen).
In dit proefschrift wordt de Victoria-interventie geïntroduceerd en geëvalueerd. Deze gespreksmodule is ontworpen om professionals te helpen bij het herkennen van ontmoedigende ervaringen en cliënten met ernstige psychische aandoeningen (EPA) te ondersteunen in het vinden van een balans in risico’s nemen en veiligheid vinden bij participatie in de samenleving. Deze studie werd gefinancierd door het NWO-programma ‘Geweld tegen Psychiatrische Patiënten’ en R92, een scholingsinstituut op gebied van rehabilitatie en participatie. Promotor was prof. dr. J. (Jaap) van Weeghel. Als copromotoren traden op dr. Y.A.M. (Yolande) Nijssen en dr. D.P.K. (Diana) Roeg.
Zorg om het wonen
Passende huisvesting met woonbegeleiding voor mensen met ernstige psychische problemen staat al enige tijd volop in de belangstelling, zowel in de zorgpraktijk als in beleidskringen. Geen wonder dus dat we in dit tijdschrift regelmatig aandacht an dit onderwerp besteden. Ook in dit nummer staat ‘wonen met begeleiding’ in meerdere bijdragen centraal.
Geen passende huisvesting met begeleiding
Allereerst valt het vaak niet mee om toegang tot passende woonzorg te krijgen. Hilde Koelmans beschrijft aan de hand van gegevens uit het MIND-cliëntenpanel hoe moeilijk dat voor veel cliënten en hun naasten is, vooral als het om mensen met ernstige, complexe problemen gaat. Cliënten die in zorg zijn vinden wel een goede plek omdat hun hulpverleners de weg weten. Voor vele anderen is er geen passend aanbod. Dit leidt tot verergering van klachten, zelfbeschadiging, eenzaamheid, fi nanciële problemen, geen dagbesteding en overbelasting van naasten. Koelmans concludeert dat mensen beter ondersteund moeten worden bij het zoeken naar een goede woonplek met begeleiding, dat het regionaal aanbod beter moet aansluiten op ondersteuningsbehoeften en dat cliënten moeten meepraten om tot passende oplossingen te komen.
Welkom in de wijk
Als cliënten eenmaal in de wijk gehuisvest zijn, treden andere wijkbewoners hen, mede vanwege angst en onbekendheid, niet altijd welwillend tegemoet. In de bijdrage van Nicole van Erp en coauteurs wordt de implementatiewijzer besproken voor W in de Wijk, een aanpak die ervoor moet zorgen dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zich welkom voelen in de wijk (lees ook verslag van het slotsymposium W in de Wijk van Margit Vermeulen elders in dit nummer). Medewerkers van voorzieningen in de wijk worden toegerust om beter om te gaan met situaties waar het schuurt of sprake is van uitsluiting. In de aanpak staat kwartiermaken centraal: ‘ruimte maken voor mensen die anders zijn door het gastvrij maken van de samenleving’ (Kal, 2011). Dit sluit aan bij het VN-verdrag Handicap dat gemeenten verplicht om te werken aan een inclusieve samenleving, onder meer voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. W in de Wijk biedt een concrete invulling en tools om deze ambitie te realiseren.
De laatste jaren is de vraag naar beschermd wonen toegenomen. In 2024 bleek dat duizenden mensen wachten op een plaats, en ook, dat die wachttijd kan verschillen van een paar weken tot twee jaar of langer. Dit heeft te maken met een mismatch tussen vraag en (regionaal) aanbod. Deze bijdrage gaat in op deze achtergrond, en kwam tot stand na een uitvraag – in het kader van een groter onderzoek – onder het MIND-ledenpanel, bestaande uit zo’n 3800 mensen met een psychiatrische achtergrond en hun naasten, naar hoe zij hiernaar kijken. De resultaten van deze uitvraag geven een extra perspectief in de discussie over het beschermd en begeleid wonen: wat zijn de ervaringen van betrokkenen zelf?
Achtergrond
In Nederland woonden er in 2022 zo’n 45.465 mensen met een psychische kwetsbaarheid in een vorm van beschermd of begeleid wonen. Dat waren 26.310 mensen met een Wmo- indicatie (vanuit de Wet Maatschappelijke Opvang) en 19.155 met een Wlz-indicatie (Wet langdurige zorg) (Koopmans e.a., 2024). Beschermd wonen kan verschillende vormen hebben. Zo zijn er mensen die een kamer hebben en gemeenschappelijke voorzieningen delen met huisgenoten. Maar deze vorm is steeds minder gebruikelijk. Veelal wordt ingezet op ‘ambulantisering’, mensen wonen dan in een reguliere woning en krijgen begeleiding bij hen thuis. Begeleiding richt zich op meerdere levensgebieden, zoals het wonen en de fi nanciën, de psychische en lichamelijke gezondheid, werk of dagbesteding, zingeving en sociale contacten. In 2020 heeft KPMG in opdracht van het ministerie van VWS en de VNG onderzoek gedaan naar de wachttijden voor beschermd wonen. In het rapport werd geconcludeerd dat de vraag naar beschermd wonen toeneemt (KPMG Advisory, 2020). De toename werd toegeschreven aan beperkte inzet op preventie van dakloosheid aan de ene kant, en de afbouw van klinische settingen aan de andere kant. De wachttijd werd niet in elke regio even goed bijgehouden, maar bedroeg ten tijde van dit onderzoek gemiddeld 30 tot 35 weken. Begin 2024 heeft het tv-programma Pointer (‘Duizenden kwetsbaren wachten op plek beschermd wonen’; via QR-code) navraag gedaan in alle centrumgemeentes die verantwoordelijk zijn voor het bieden van beschermd wonen. Hieruit kwam naar voren dat er duizenden mensen wachten, en dat de wachttijd verschilt van een paar weken tot twee jaar of langer.