Het was een heel mooi meisje. Een meisje met donker krullend haar en bruine ogen.
Ik dacht nog: ik heb ook bruine ogen, maar ik ben niet zo mooi. Ik ben oud en lelijk.
Het moment was januari 1996 en ik was opgenomen op de KKP (Kort Klinische Psychiatrie) in Groningen voor een psychose en een zware depressie. De psychose had ik net achter me gelaten maar de depressie knaagde meer dan ooit op alle fronten. Het meisje was een verpleegkundige die mij een lijst met vragen moest afnemen. Ze droeg een vrolijk gebloemde blouse die in wijd uitlopende mouwen over haar armen viel. Bij het binnenkomen in het kamertje zonder daglicht had ze me koffie aangeboden, maar ik had het afgeslagen. Ik deed al niets anders dan koffiedrinken. Nu zat ze tegenover mij met een vragenlijst. De pen in de aanslag om een lange rij van hokjes voor mij aan te kruisen. Maar eerst vroeg ze wat er met mij aan de hand was. 'Ik ben depressief,' antwoordde ik bedeesd. 'Heel depressief.' Wat haar reactie toen was zou me nog jaren achtervolgen. Ze rechtte haar rug, keek me aan met haar bruine ogen en zei: "Oh, ben je depressief. Nu ik laat me niet zo gaan."
Nieuwsbrief GGZ Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van GGZ Digitaal en blijf op de hoogte!