Deze bijdrage beschrijft implementatieaspecten van de werkwijze die sinds 2014 in Nederland wordt gebruikt in de behandeling en begeleiding van mensen met langdurende en complexe vraagstukken, zowel binnen de ggz als steeds meer in het sociaal domein: de resourcegroepen. Participatie en herstel besteedde er al eerder aandacht aan (Tjaden et al., 2020; Slofstra et al., 2021). Uitgangspunt zijn de opgedane ervaringen binnen de Nederlandse ggz.
Achtergrond
Resourcegroepen vinden hun oorsprong in diverse, elkaar aanvullende visies en praktijken. De methodiek zoals op dit moment gebruikt in de Nederlandse praktijk is een Nederlandse variant op het door Ian Falloon beschreven optimal treatment programma. In Zweden werd dit vervolgens verder uitgewerkt en Resource Group Assertive Community Treatment genoemd (RACT; Nordén, Malm, & Norlander, 2012; Jonsson & Malm, 2002; Malm et al., 2014; Malm et al., 2015). Daarnaast heeft de methodiek wortels in familie- en systeemgericht denken en de interventies die hieruit zijn voortgekomen (Tjaden et al., 2020).
Inzetbaarheid en landelijk onderzoek
Na de introductie in Nederland rond 2014 is de Zweedse aanduiding RACT losgelaten, omdat de resourcegroepen breder inzetbaar zijn dan alleen voor de specifieke doelgroep voor ACT, voor een grotere groep cliënten met ernstige psychische of complexe problemen.