De in deze bundel verzamelde autobiografische opstellen vertegenwoordigen het gezicht van de ontwikkelingspsychologie in Nederland en België vanaf haar allereerste bestaan tot aan de huidige situatie. We hebben getracht, en zijn er nagenoeg in geslaagd, alle hoogleraren die op dit gebied werkzaam zijn geweest en werkzaam zijn bijeen te brengen. Het uitnodigingscriterium dat we daarbij hebben gehanteerd was simpelweg: het voorkomen van de term ‘ontwikkelingspsychologie’ (of kinder- en/of jeugdpsychologie) in de leeropdracht van de betrokkenen. Omdat het vakgebied pas ruim na de Tweede Wereldoorlog
als zelfstandige discipline aan de universiteiten in Nederland en België wordt onderwezen en als zodanig ondergebracht is in de pas in 96 opgerichte faculteiten voor de Sociale Wetenschappen was het goed mogelijk om volledigheid na te streven. Bijna alle door ons uitgenodigden waren bereid mee te werken.
Als geheel levert dit boek een kroniek van de Nederlandstalige ontwikkelingspsychologie. Dat is (volgens Van Dale) ‘het verhaal van gedenkwaardige gebeurtenissen in tijdsorde gerangschikt, maar zonder onderlinge samenhang’. Het meervoud ‘autobiografieën’ verwijst ernaar dat de auteurs, daartoe door ons ook gestimuleerd, een zeer persoonlijke invulling hebben gegeven aan de uitnodiging om een autobiografie te schrijven. Er is een brede variatie, die loopt van losjes geschreven anekdotische verhalen tot en met beargumenteerde objectiverende zakelijke beschrijvingen van wetenschappelijke middelen en doelen, waarvan de auteur zich in zijn of haar professionele leven bediend heeft, of althans verklaart zich bediend te hebben.
In deze inleiding gaan we nu achtereenvolgens in op de selectie van de auteurs, op de structuur van de set van autobiografieën en van dit boek, waarna we kort enkele relevante historische veranderingen, vooral ook in terminologieën de revue doen passeren, om af te sluiten met enkele concluderende opmerkingen over de betekenis van autobiografieën voor ons historisch begrip.