Mijn eerste kennismaking met de psychologie was toen ik in de zomer van 1945, acht jaar oud, onderzocht werd door professor Langeveld, leerling van mijn grootvader en een huisvriend van de familie. Aan dat onderzoek heb ik geen enkele herinnering, maar het onderzoeksrapport, ondertekend door Langeveld, is wel bewaard gebleven. Behalve over mijn zwakke gezondheid is er in dat rapport niets verontrustends te lezen. Integendeel. Aan het slot van het rapport staat bijvoorbeeld: ‘Nog een enkele opmerking dienen wij te maken over het temperament van Dolfje. Dit toont duidelijk een gedisponeerdheid in de richting van het manische. Het affectieve is echter stabiel, zodat geen enkele reden tot bezorgdheid bestaat.’