Complexe vraagstukken en praktische perspectieven
Dit juninummer omvat een veelkleurige waaier aan onderwerpen. Zoals gebruikelijk in dit tijdschrift gaan de bijdragen niet alleen over psychische aandoeningen in enge zin. Zo lezen we over burgerschap en mensenrechten, morele wonden en helende rituelen, ondraaglijk lijden en waardig sterven, schuld en schaamte, executieve stagnatie en zelfregulatie, victimisatie en participatie, groeien en begrenzen, en natuur en ouderschap. Het gemeenschappelijke van deze bijdragen is dat ze complexe vraagstukken aansnijden en daarvoor ook praktische perspectieven aanreiken. Hulpverleners die herstelondersteunend willen zijn kunnen hun voordeel doen met deze verdieping.
Inzet van ervaringsdeskundigheid kwantitatief
In het openingsartikel krijgt het themadeel van het vorige nummer nog een noodzakelijk vervolg. Want na alle nuttige kwalitatieve beschouwingen van ervaringsdeskundigheid wil de lezer weten hoe het nu concreet gesteld is met de inzet van deze nieuwe ‘discipline’ in de Nederlandse ggz en aanpalende sectoren. Marloes van Slooten, Ard Sprinkhuizen en Alie Weerman presenteren de bevindingen van een enquête over de positie, kenmerken, achtergronden, scholing, facilitering, wensen en behoeften van ervaringsdeskundigen en kenmerken van betrokken organisaties. Ervaringsdeskundigheid lijkt salonfähig geworden, maar in de praktijk valt er nog wel wat te verbeteren. Zo moeten de verwachtingen over en de rollen van ervaringsdeskundigen helder zijn, moet er ruimte zijn voor refl ectie en ontwikkeling, is er een goede match nodig met het zorgteam en moet de ervaringsdeskundige niet geïsoleerd komen te werken. Hierop aansluitend wordt de rubriek Rehab melding gemaakt van de eerste masteropleiding ervaringsdeskundigheid en de start van een landelijk lerend netwerk voor dit onderwerp.