’Hoe ik mijn toekomst zie? Nou, ik heb over vijf jaar geen begeleiding meer van RIBW. Ik heb een bipolaire stoornis. Het is de bedoeling dat ik gewoon weer uitstroom over een tijd. Maar ik wil wel graag blijven wonen in deze buurt. Het is een fijn plaatsje.’
Aldus een cliënt die beschermd woont bij RIBW Overijssel. In deze bijdrage delen de auteurs hun ervaringen, reflecties en voorlopig geleerde lessen rond de aanpak Stap in de Wijk, gericht op transformatie van het ondersteuningsaanbod passend bij een veranderde visie op ondersteuning.
Achtergrond
RIBW’s (instellingen voor beschermd en begeleid wonen) bieden ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid en werken op het snijvlak van de ggz en de samenleving. Zij willen ook bruggenbouwer tussen deze domeinen zijn. Sinds de vernieuwde Wmo in 2015 van kracht werd, ligt de nadruk nog sterker op het kunnen meedoen en zoveel mogelijk gebruikmaken van reguliere maatschappelijke voorzieningen door mensen met een psychische kwetsbaarheid. Het beschermd wonen is hierdoor sterk aan het veranderen. De RIBW’s moesten hun rol en ondersteuningsaanbod in lijn met de ontwikkelingen hervormen. Mede in respons op de adviezen van de commissie Dannenberg (2015) zijn ze aan het werk gegaan om de traditionele ondersteuning en bescherming om te vormen naar een flexibeler werkwijze gericht op meer zelfstandigheid, het samen leven in buurt of wijk en gemakkelijker kunnen op- en afschalen van ondersteuning. De commissie Dannenberg daagde RIBW’s uit om de beweging naar buiten te maken en samen met andere organisaties in het sociaal domein varianten in woonaanbod en ondersteuning te realiseren. Dit artikel gaat in op de aanpak Stap in de Wijk van RIBW Overijssel (sinds 2019) om deze beweging te realiseren. Wij reflecteren hierop vanuit het onderzoek dat het lectoraat GGZ en Samenleving van hogeschool Windesheim bij en met RIBW Overijssel heeft uitgevoerd.