Structurele psychische mishandeling in de vorm van dwingende controle komt veel voor en de gevolgen ervan kunnen ernstig zijn. Deze vorm van mishandeling speelt zich vaak in het verborgene af en is niet eenvoudig te signaleren. Dat heeft mede te maken met de complexe machtsdynamiek tussen pleger en slachtoffer en de ‘onzichtbare wonden’ die deze vorm van mishandeling achterlaat. In deze bijdrage worden kenmerkende patronen van dwingende controle benoemd en mogelijke werkzame elementen voor behandeling en herstel behandeld, zoals doorvragen op relationele dynamiek, realiteit helpen inzien, ‘ontschuldigen’, autonomie versterken, psycho-educatie verzorgen en moreel stellingnemen. Een casus maakt een en ander inzichtelijk.
Feiten en cijfers
Bij structurele psychische mishandeling richt een pleger zich meestal op iemand in de directe omgeving, bijvoorbeeld een kind en/of partner. Dit patroon wordt ook wel dwingende controle (coercive control) genoemd (Dijkstra, 2019). Het uit zich in sociaal isoleren, direct en indirect controleren, subtiel intimideren, dagelijks denigreren, diepgaand verwarren, bedekt bedreigen, telkens kleineren, continu lastig vallen, verhuld manipuleren en het corrumperen van de mentale en fysieke gezondheid van een kind of partner (Hibbard et al., 2012). Dwingende controle kan ernstige gevolgen hebben. Slachtoffers lopen risico op verschillende psychische aandoeningen zoals angststoornissen, depressie, dissociatieve klachten, burnout, suïcidaliteit, (C)PTSS, verslavingen en diverse ziekten en lichamelijke klachten (Rees, 2010; Vachon, 2015; Spinazzola et al., 2014).