2 Redactioneel
Jaap van Weeghel
5 OverKop Gent. Een huis voor en door jongeren
Gijs Mommerency, Jannes Vanmelle, Eric Schoentjes
18 In Pos!tion. Een inventarisatie van de zorg voor mensen met stabiele chronische psychische problematiek
Bea Tiemens, Louise Froom, Monica Greba, Annika van den Haak, Eline Meijer, Annemieke van Straten
29 Kleding, identiteit en welbevinden. De invloed van kleding
Anne Evers
32 Beeld
1, 2, 3
35 ‘Ruimte maken, daar gaat het om’. Interview met Martijn Kole
Petra Hunsche
43 Bijeenkomsten
Landelijk F-ACT congres 26 september 2024
Bert-Jan Roosenschoon
Het Nationale Psychose Congres 3 oktober 2024
Nienke Buist, Suzanne Hofsteenge
49 Proefschriftenparade
Illness Management and Recovery (IMR), implementation and effects
Bert-Jan Roosenschoon
53 Boeken
Tim ’S Jongers (2024). Armoede uitgelegd aan mensen met geld
Jaap van Weeghel
Niels Mulder, Frits Bovenberg, Philippe Delespaul, Jaap van Weeghel, Gerdie Kienhorst (2024). Praktijkboek Netwerkzorg. In ggz en sociaal domein
Rosalie Metze
Johan Stegeman (2019). Het waait wel weer over. Een openhartig levensverhaal.
Gerdie Kienhorst
60 Rehab
De auteur interviewde in haar boek Herstel in beweging kopstukken uit de cliëntenbeweging in de 21e eeuw (Hunsche, 2022). Eén van hen is Martijn Kole (1971), onder meer medeoprichter van Enik Recovery College in Utrecht en een van de auteurs van het didactiekboek Van levenservaring naar ervaringsdeskundigheid (Boer et al., 2018). Martijn maakt zich sterk voor peer support en het belang van theorievorming. Hij heeft gevoel voor historie en is zich ervan bewust in een langere traditie te staan. Zijn perspectief wil de redactie graag nog eens in Participatie en herstel aan bod laten komen, nu via de afspraken in het integraal zorgakkoord de rol van herstel- en zelfregiecentra verder zal toenemen.
Persoonlijk verhaal
‘De wereld lag aan mijn voeten,’ schreef hij in zijn eerste herstelverhaal uit 1999. In zo’n verhaal zetten cliënten of patiënten – en sinds kort ook professionals – uit de ggz hun eigen ervaringen met psychische crises en herstel op papier. De triggers en de helpende factoren. Daarbij worden zij ondersteund door opgeleide en gediplomeerde lotgenoten (peers). Rond 2000 was deze praktijk nog helemaal nieuw. Tegenwoordig vormen verhalen van herstel een grote database aan ervaringskennis. Hiermee voegde de herstelbeweging een nieuwe bron van kennis toe aan wetenschap en beleid.
Martijn Kole maakte het begin van deze ontwikkeling mee. In de jaren 1990 leek hij een vliegende start te maken als student economie in Groningen, later ontwikkelingseconomie in Wageningen. Vervolgens kwam hij echter met steeds meer klachten van ‘depressiviteit en angsten van randpsychotische aard’ in de psychiatrie terecht. (…) ‘Als diagnose werd vastgesteld dat ik leed aan schizofrenie’, staat in zijn herstelverhaal. ‘Dat kwam aan als een harde klap in mijn gezicht. Het werd me afgeraden nog verder te studeren. Daar ging het laatste restje zelfvertrouwen dat ik nog uit mijn studie putte.’
Landelijk F-ACT congres 26 september 2024
Bert-Jan Roosenschoon
Het Nationale Psychose Congres 3 oktober 2024
Nienke Buist, Suzanne Hofsteenge
Tim ’S Jongers (2024). Armoede uitgelegd aan mensen met geld
Jaap van Weeghel
Niels Mulder, Frits Bovenberg, Philippe Delespaul, Jaap van Weeghel, Gerdie Kienhorst (2024). Praktijkboek Netwerkzorg. In ggz en sociaal domein
Rosalie Metze
Johan Stegeman (2019). Het waait wel weer over. Een openhartig levensverhaal.
Gerdie Kienhorst
Het begrip ‘passende zorg’ vormt de kern van het Integraal Zorgakkoord. Voor veel doelgroepen is onduidelijk wat dit concreet inhoudt, zo ook voor de groep cliënten met stabiele chronische problematiek. Met het POS!TION consortium (een multidisciplinaire samenwerking van professionals en/of onderzoekers werkzaam bij ggz-aanbieders, kennisorganisaties en cliëntenorganisaties)1 is onderzocht hoe de zorg voor hen er momenteel uitziet en wat volgens professionals en cliënten belangrijke knelpunten zijn. Aan de hand van de resultaten uit dit onderzoek hebben de auteurs een onderzoeksagenda opgesteld. De antwoorden op deze onderzoeksvragen zouden op termijn moeten leiden tot meer passende en wetenschappelijk onderbouwde zorg.
Achtergrond
Bijna alle zorgpartijen hebben zich gecommitteerd aan het Integraal Zorgakkoord (2022), waarvan het begrip ‘passende zorg’ de kern vormt. Passende zorg wordt omschreven als: ‘is waardegedreven, komt samen met en rondom de patiënt tot stand, vindt plaats op de juiste plek en gaat over gezondheid in plaats van ziekte’. Dit mag plausibel klinken, maar meestal weten we niet wat de juiste zorg op de juiste plek is. Voor veel doelgroepen en problematiek is dit een empirische vraag waarop nog geen antwoord kan worden gegeven.
Dat geldt ook voor een flinke groep cliënten met (vrij stabiele) chronische psychische problematiek die sinds de invoering van de generalistische basis ggz in 2014 is behandeld in het zogenoemde ‘product chronisch’. Dit noemen we hier het zorgpad chronisch. Hoewel de financiering van de ggz is veranderd (zorgprestatiemodel sinds 2022), hanteren nog veel instellingen dit zorgpad dat synoniem is met laagintensieve monodisciplinaire zorg. Deze vorm van zorg werd in ggz-instellingen ontwikkeld op basis van de op dat moment beschikbare kennis (zie o.a. Tiemens et al., 2015; Hutschemaekers et al., 2015; 2019). Uit de ervaringen van de professionals die werken in het Pos!tion consortium leren we echter dat er variatie is in de geboden zorg en dat de visie op passende zorg niet overal dezelfde is.
In de programmering van leeromgeving en ontmoetingsplaats Enik Recovery College – volledig gerund door ervaringsdeskundigen – is behalve voor een zelfhulpactiviteiten rondom verslaving, trauma en andere psychische problemen ook ruimte voor wat luchtigere bijeenkomsten. Zo vonden afgelopen zomer op meerdere locaties van Enik verschillende activiteiten rond welbevinden en kleding plaats, waaronder een kledingruilbeurs. Deze bijdrage geeft een impressie door de ogen van een van de vrijwilligers.
Isabelle Barten en Nicky van Dam faciliteerden deze zomer de tweedelige reeks in Overvecht: Kleding en her-stijl. In deze geslaagde bijeenkomsten werd stilgestaan bij de betekenis van kleding. Er werd in een veilige omgeving van gedachten gewisseld over hoe kleding welbevinden kan beïnvloeden. Deelnemers konden experimenteren via het passen van (gedoneerde) kledingstukken. Welke kleding helpt bij het vormen van identiteit?
Op vrijdag 28 juni organiseerde Enik op de locatie Nieuwegein een kledingruil met als titel Geruilde kleding maakt de mens. Jill van Doest, Michelle van Steenbergen en Anne Evers faciliteerden deze activiteit. Op vrijdag 9 augustus vond de ‘beurs’ plaats bij Enik in Hoograven, nu met Alette Jurgens en wederom Anne Evers als facilitators. Er kwamen meer dan dertig mensen op af. Sommige deelnemers hadden een uitpuilende kledingkast en waren geïnteresseerd in een nieuwe, duurzame look. Voor hen vormen deze activiteiten een goede aanleiding om hun kledingkast eens grondig door te spitten en op te ruimen.
Ervaringen rondom kleding en lichaamsbeleving
Tijdens deze bijeenkomsten is er veel aandacht voor ontmoeting, blijdschap over kleding en als vanzelf, voor ervaringen met lichaamsbeleving. Er is ruimte voor een goed gesprek bij een kop sterke koffie. Deelnemers kunnen zichzelf zijn en body positivity is het uitgangspunt. De workshops kunnen een boost voor herstel betekenen, nog los van het gegeven dat kleding ruilen duurzaam is, goed voor de portemonnee en je blij kan verrassen. Soms maakt kleding de mens bij herstelacademie Enik.
Ook in Vlaanderen neemt de druk op de ggz voor jongeren toe, terwijl net als in Nederland veel jongeren kampen met psychische problemen en niet altijd tijdig gepaste hulp vinden of zoeken. In Vlaanderen werd het OverKop-model ontwikkeld als een vernieuwende en laagdrempelige aanpak om jongeren te ondersteunen bij hun mentale gezondheid. In deze bijdrage beschrijven de auteurs hoe het werkt en wat de effecten zijn.
Achtergrond
Voor de meeste jongeren verloopt het proces naar (jong-)volwassenheid zonder noemenswaardige moeilijkheden. Niettemin zijn jongeren in deze uitdagende leeftijdsfase van snelle groei kwetsbaar. Veranderingen in de omgeving kunnen hen sneller uit evenwicht brengen, terwijl juist in deze fase psychische moeilijkheden en/of ontluikende psychiatrische stoornissen soms voor het eerst zichtbaar worden. Snelle detectie en vroegtijdige toeleiding naar hulp zijn hierbij cruciaal om ernstiger problemen te voorkomen of herstel te bevorderen. Het OverKop-model combineert elementen van preventie, behandeling en sociale verbinding, aangeboden in een veilige en toegankelijke omgeving. Het is een integraal model.
Succesfactoren van het model
Het OverKop-model stoelt op de overtuiging dat jongeren een plek nodig hebben om zichzelf te kunnen zijn en zich veilig voelen om hun problemen te bespreken. OverKophuizen bieden hun een fysiek en mentaal toevluchtsoord, waar zij niet alleen kunnen praten met professionele hulpverleners, maar waar ook een aanbod is van ontspannende en sociale activiteiten die hun welzijn bevorderen. OverKophuizen zijn vaak gevestigd in buurthuizen of jeugdcentra en worden ondersteund door een netwerk van vrijwilligers, welzijnswerkers en professionele hulpverleners. Jongeren kunnen er zonder afspraak en kosteloos terecht voor een luisterend oor, advies, begeleiding en activiteiten.
2 Redactioneel
Jaap van Weeghel
5 OverKop Gent. Een huis voor en door jongeren
Gijs Mommerency, Jannes Vanmelle, Eric Schoentjes
18 In Pos!tion. Een inventarisatie van de zorg voor mensen met stabiele chronische psychische problematiek
Bea Tiemens, Louise Froom, Monica Greba, Annika van den Haak, Eline Meijer, Annemieke van Straten
29 Kleding, identiteit en welbevinden. De invloed van kleding
Anne Evers
32 Beeld
1, 2, 3
35 ‘Ruimte maken, daar gaat het om’. Interview met Martijn Kole
Petra Hunsche
43 Bijeenkomsten
Landelijk F-ACT congres 26 september 2024
Bert-Jan Roosenschoon
Het Nationale Psychose Congres 3 oktober 2024
Nienke Buist, Suzanne Hofsteenge
49 Proefschri?tenparade
Illness Management and Recovery (IMR), implementation and effects
Bert-Jan Roosenschoon
53 Boeken
Tim ’S Jongers (2024). Armoede uitgelegd aan mensen met geld
Jaap van Weeghel
Niels Mulder, Frits Bovenberg, Philippe Delespaul, Jaap van Weeghel, Gerdie Kienhorst (2024). Praktijkboek Netwerkzorg. In ggz en sociaal domein
Rosalie Metze
Johan Stegeman (2019). Het waait wel weer over. Een openhartig levensverhaal.
Gerdie Kienhorst
60 Rehab
Voor deze rubriek nodigt Participatie en Herstel (jonge) gepromoveerde onderzoekers uit om het onderzoek en de resultaten van hun proefschrift te beschrijven, zodat onze lezers snel kennis kunnen nemen van nieuwe onderzoeksresultaten op het vakgebied die relevantie kunnen hebben voor hun dagelijkse praktijk. Vragen? Neem contact op met de redactiesecretaris gerdiekienhorst@gmail.com.
Het proefschrift gaat over de implementatie van de interventie IMR (illness management and recovery) en over de effecten ervan op de eigen regie en het herstel van mensen met psychotische problematiek en andere ernstige psychische aandoeningen. Het is gebaseerd op onderzoek uitgevoerd vanuit de afdeling psychiatrie van Erasmus MC Rotterdam, in samenwerking met het Epidemiological and Social Psychiatric Research Institute (ESPRi) en de Parnassia Academie, onderdeel van de Parnassia Groep. Promotoren waren prof.dr. C.L. (Niels) Mulder en prof. dr. J. (Jaap) van Weeghel. Dr. A.M. (Astrid) Kamperman was copromotor.
Sinds de komst van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) is ‘passende zorg’ de heilige graal voor beleidsbepalers en bestuurders in de (geestelijke) gezondheidszorg. Passende zorg wordt omschreven als ‘waarde gedreven, komt samen met en rondom de patiënt tot stand, vindt plaats op de juiste plek en gaat over gezondheid in plaats van ziekte’. Dit nummer bevat veel bijdragen over vernieuwende, en mogelijk passende, hulp en ondersteuning aan de voor-, zij- en achterkant van de gevestigde ggz. Ze geven beschrijvingen van laagdrempelige hulp aan jongeren met mentale problemen in Vlaanderen, van de hulpverlening aan mensen met chronische problematiek in de generalistische basis ggz, van activiteiten van herstelacademie Enik en het belang van peer support daarin. Ook de taboedoorbrekende psycho-educatie over dwangstoornissen waarvan verslag wordt gedaan, speelt zich af in die brede rand rondom de ggz in engere zin. Zijn voornoemde praktijken ook proeven van passende zorg? Het oordeel is natuurlijk mede aan de lezer. Maar uiteindelijk is deze vraag, zoals Bea Tiemens en haar medeauteurs in hun artikel terecht constateren, alleen met behulp van passend empirisch onderzoek te beantwoorden.
Laagdrempelige hulp aan jongeren
Allereerst geven Gijs Mommency, Jannes Vanmelle en Eric Schoentjes uitleg over het OverKophuis in Gent. Het OverKop-model behelst een laagdrempelige aanpak om jongeren te ondersteunen in hun mentale gezondheid. Jongeren kunnen er zonder afspraak en kosteloos praten over hun problemen en meedoen aan ontspannende en sociale activiteiten. OverKophuizen zijn vaak ondergebracht in buurthuizen of jeugdcentra en worden ondersteund door vrijwilligers, welzijnswerkers en ggz-hulpverleners. Een inspiratiebron was Headspace, de laagdrempelige ggzvoorzieningen voor jongeren in Australië. Inspiratie bood ook de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan, gericht op de drie menselijke basisbehoeften die tijdens de jeugd tot ontwikkeling moeten komen: verwerven van autonomie, competentie en verbondenheid. Uitgangspunt is dat jongeren volop in hun eigen traject participeren. De jongeren willen dat ook, maar de auteurs constateren dat hun motivatie niet steeds in verhouding tot hun feitelijke draagkracht staat. Het model heeft zich rap over Vlaanderen verspreid, maar is nog niet op zijn effectiviteit onderzocht.